Aan de randen van de zwerm
Mensen willen zo veel mogelijk zelf bepalen wat ze doen en hoe. Ook in gebouwen, de openbare ruimte en in steden. Vaak gaat dat niet, omdat fysieke omgevingen al voor een bepaald gebruik zijn bedacht. Als in een zwerm gaan zij daarin mee. Maar aan de randen van de zwerm bevinden zich individuen met sterke opvattingen en een andere blik op de ruimte. Zij lopen niet recht de aangelegde straat uit, maar slijten een nieuw diagonaal pad uit als hun dat beter past. Zodra het pad zichtbaar wordt, besluiten andere mensen dit olifantenpaadje ook te nemen. Dit noem ik 'individueel zwermen'. De zwerm telt drie groepen. Een kleine groep voorlopers wil snel de toekomst instappen, met gebruik van zo veel mogelijk nieuwe technologie. Een andere, iets minder kleine groep, staat per definitie op de rem. Ze willen niet mee in nieuwe ontwikkelingen en schreeuwen dat van de daken. Plannenmakers richten zich vaak op deze twee groepen – aan de buitenkant van de zwerm. Op de eerste, omdat ‘nieuw’ leuk en prikkelend is. Op de tweede, omdat die het meeste lawaai maakt. Mijn advies: stop daarmee. Want de derde, grote middengroep valt goed te beïnvloeden. Deze mensen willen best mee met veranderingen, alleen kunnen ze dat vaak niet. Zij willen best in een duurzame en autoluwe wijk wonen, maar hebben daar wel een extra zetje voor nodig in de vorm van bijvoorbeeld alternatief vervoer.
Aan de randen van de zwerm bevinden zich individuen met sterkte opvattingen en een andere kijk op de ruimte
Dus plannenmakers: richt je op de middengroep, maar vergeet ook niet dat behoeften van mensen veranderen. Ontwerp flexibel, zodat er ruimte is voor aangepast hergebruik. Daarmee voorkom je afbraak en sloop. Beleidsmakers en ontwerpers moeten zich vroegtijdig en daadwerkelijk openstellen voor wat de massa wil. Voorkom dat je mensen uitnodigt om mee te denken, terwijl veel al vastligt. Dat moet fundamenteel anders. Maak daarbij ook gebruik van Big Data. Dat werkt beter dan enquêtes, want die leveren vooral sociaal wenselijke antwoorden op. Baseer je keuze liever op harde feiten over het gebruik van gebieden en voorzieningen, die uit Big Data vallen te destilleren.
Plekken voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen
Plannenmakers doen er goed aan om zich te richten op gebieden waar al veel energie zit. De ontwikkeling van de wijk Sloterdijk in Amsterdam is daarvan een mooi voorbeeld. Dit gebied leek jarenlang niet meer dan een bedrijventerrein met een station. Maar het leent zich juist dankzij dat station, de nabijheid van snelwegen en zelfs een haven voor veel meer. Kijk daarnaast naar waar de randen van de zwerm zich begeven: waar strijken de voorlopers neer? Waar creëren zij nieuwe olifantenpaadjes? Die plekken lenen zich na verloop van tijd vaak uitstekend voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen.