De waarde van sociaal contact voor ouderen
'Onze samenleving is niet gericht op ouderen maar op volwassenen, of beter nog: op de autorijdende kostwinner. Daarom hebben we in Nederland brede wegen en smalle trottoirs. De “volwassen Nederlander”, eventueel met gezin, vormt ook nog vaak het perspectief waar gebiedsontwikkelaars en architecten van uitgaan. Als zij voor senioren ontwikkelen, proberen ze zich wel in die doelgroep te verplaatsen, maar ze baseren zich (nog) te weinig op wat ouderen zelf belangrijk vinden.
Waarde van sociaal contact
De groep senioren is zeer divers, maar zeker voor de hogere leeftijdsgroep is een aangepast huis in een omgeving met “de drie a’s” – arts, apotheek, Albert Heijn – wenselijk. Misschien nog wel belangrijker is dat wonen de mogelijkheid geeft tot het onderhouden en aangaan van sociale relaties en contacten. Want als je ouder wordt, vallen familie en vrienden weg en wordt je sociale kring juist kleiner. Dat perspectief zouden gebiedsontwikkelaars en architecten nog meer op hun netvlies mogen hebben. Ik ervoer aan den lijve hoe noodzakelijk het is om meer naar senioren te luisteren en hun perspectief op wonen leidend te maken. Mijn ouders verhuisden van een bungalow naar een appartement in hun geboortedorp. Alleen al het zicht op het dorpsplein waar van alles gebeurt, met winkels en mensen en levendigheid, maakte hen gelukkiger. Toen pas werd me duidelijk dat mijn ouders in hun bungalowwijk, waar het naar mijn idee heel fijn wonen was, enigszins aan het vereenzamen waren. Sociale contacten waren belangrijker geworden dan de tuin.
Ze proberen zich wel in de doelgroep te verplaatsen, maar ze baseren zich (nog) te weinig op wat ouderen zelf belangrijk vinden
Het Kollektivhuset
De behoefte aan sociale contacten kan op verschillende manieren worden vertaald. Voor een deel van de senioren is een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte voldoende. Maar uit onderzoek is gebleken dat zo’n woonconcept voor velen best nog een stap verder mag gaan. Denk aan intergenerationele wooncomplexen of andere woonvormen waarbij bewoners elkaar vooruithelpen. Tijdens een studiereis naar Stockholm zag ik een mooi voorbeeld, bedacht door ouderen zelf en ontwikkeld met architecten en gemeenteambtenaren. In het Kollektivhuset wonen vitale en minder vitale senioren samen. Er ontstaat dan een heel interessante wisselwerking. De niet meer werkende senioren koken voor jongere buren; omgekeerd zorgen de werkende senioren voor energie en gespreksonderwerpen, en ondersteunen ze de minder vitale senioren met huishoudelijke taken en medische afspraken.'