‘Doe iets aan het groeiende gat tussen sociale huur en koop’
Vroeg of laat wringt het
‘Betaalbaar wonen is van groot maatschappelijk belang. Het is een stabiliserende factor in de samenleving. Als één van de drie grotere woningcorporaties in Den Haag – met ruim 22.000 woningen – werken wij daar heel hard aan. Maar wij hebben alleen onze huren als inkomstenbron. Iets anders hebben we niet. En dat terwijl we een flinke opgave hebben: we moeten nieuwe betaalbare woningen bouwen, onderhoud plegen, onze woningen verduurzamen en onze rol pakken in de energietransitie. Ook krijgen we nog andere vragen: een groeiend aantal huurders met verward gedrag, huisvesting van statushouders, leefbaarheidsproblemen in sommige wijken. Tegelijkertijd is onze businesscase door de verhuurderheffing en andere belastingen van het Rijk steeds moeilijker rond te krijgen. Dat gaat vroeg of laat wringen, en dat is nu het geval. Niet alleen voor Haag Wonen, maar voor alle woningcorporaties. Verkopen van woningen om geld vrij te maken? Dat doen wij heel beperkt, vanwege de gemaakte prestatieafspraken. Nieuwbouw zou doorstroming op gang kunnen brengen, maar in Den Haag is de ruimte schaars en de grond is duur.'
Zoeken naar partnerships
'Wat te doen? Ik denk dat je iets moet doen aan het groeien - de gat op de woningmarkt tussen sociale huur en koop. Daar zou je iets moeten toevoegen aan de woningvoorraad, om het functioneren van de woningmarkt als geheel te verbeteren. Wie dat moet doen, is uiteindelijk een politieke discussie. Moeten de middeninkomens terecht kunnen bij de woningcorporaties, nu betaalbaar wonen steeds moeilijker wordt? De Woningwet is er duidelijk over: dat kan niet. Wij zijn er voor mensen met een bescheiden inkomen. Maar ik stel vast dat er toch steeds meer verzoeken uit de samenleving komen om hieraan iets te veranderen. Net zoals – overigens – aan investeren in leefbaarheid. Dat laatste thema is echt terug van weggeweest.'
Verbetering van doorstroming
'In afwachting van een beslissing moeten wij vooral innovatiever worden, en nóg bedrijfsmatiger gaan werken. We zoeken naar partnerships met bedrijven en leveranciers en werken intensief samen, zodat we kunnen profiteren van elkaars kennis, expertise en vakmanschap. Ik zie ook de bereidheid groeien om samen te werken tussen corporaties, en tussen corporaties, aannemers en anderen. Bij verduurzaming bijvoorbeeld kunnen we gezamenlijk volume maken, massa opbouwen en geld besparen – bijvoorbeeld bij woningisolatie. We leren van elkaar. Dat gaat beter dan vroeger. Ook bij het verbeteren van de betaalbaarheid. Goede voorbeelden zijn er al. Met andere woningcorporaties in de regio werken we aan verbetering van de doorstroming om zo meer huishoudens een passende woning te kunnen bieden. Een alleenstaande oudere die een grote eengezinswoning verlaat, brengt een verhuisketen op gang waarvan allerlei andere kandi - daten op de woningmarkt profiteren. Dat werkt misschien wel beter dan het bijbouwen van starterswoningen.’