'Het akkoord van Utrecht is gericht op matiging van de woonprijzen'
‘Nederland heeft een van de slechtst functionerende woningmarkten van Europa. In Utrecht – een woest aantrekkelijke stad met oplopende koop- en huurprijzen – merken wij het probleem van de betaalbaarheid maar al te goed. De gemeente zoekt vooral het goede gesprek op. Met de markt, met de woningcorporaties én met onze bewoners. Dit probleem kun je namelijk alleen gezamenlijk te lijf, vinden wij. Sinds afgelopen najaar werken we aan het Stadsakkoord Wonen, bedoeld om continuïteit en stabiliteit te bereiken. Vergelijkbaar met het Akkoord van Wassenaar, dat het kabinet in de jaren tachtig sloot met werkgevers en de vakbonden: loonmatiging in ruil voor werkgelegenheid. Zoiets willen we op de woningmarkt ook. Het Akkoord van Utrecht is gericht op matiging van de woonprijzen, in ruil voor continuïteit en een constante toevoeging aan de woningvoorraad. Dat is ook verstandig voor andere economische tijden. Nu is het hoogconjunctuur, over een paar jaar kan alles weer anders zijn. De markt wil die zekerheid daarom ook, heb ik gemerkt tijdens de vele gesprekken. Als gemeente hebben wij hierin een duidelijke rol. En we hebben ook echt iets te bieden, bijvoorbeeld op het gebied van de grondprijs.'
Woningmarkt in zijn geheel
'Bij de middenhuur ligt een belangrijke sleutel. Sinds 2014 werkt Utrecht daarom met het Actieplan Middenhuur. Het stoelt op een koppeling tussen de oppervlakte van de woning en de huurprijs – om een gematigde huurprijsontwikkeling mogelijk te maken en beleggers toch een acceptabel rendement te bieden. Dat werkt heel aardig. Dankzij goede afspraken hebben we in Utrecht tussen 2014 en 2017 al drieduizend nieuwe huurwoningen in het zo gewenste middensegment gerealiseerd. Tussen 2018 en 2020 zijn dat er 2.500. Kortom, het kan. Als iedereen maar wil.' 'In het voorjaar van 2019 werken we alle plannen uit in een Woonvisie, waarin we de woningmarkt in zijn geheel bekijken. Zowel voor de koop- als huursector. Utrecht wil bijvoorbeeld ook voldoende nieuwe sociale huurwoningen toevoegen, maar wel afgestemd op de woningvoorraad van de gemeente als geheel. In wijken waar nu weinig sociale huurwoningen zijn, moeten er meer komen. En andersom. Zo’n experiment als van corporatie Mitros en BPD – waarbij grondposities worden geruild om dat te bereiken – juichen wij daarom zeer toe. We willen bewust geen streefpercentages per wijk voor nieuwbouw van sociale huur.'
Noodknop
'Ik merk dat minister Ollongren ook inziet dat bij de regulering van de middenhuur de oplossing ligt. Niet voor niets heeft ze nu een noodknop ingesteld om excessieve huurstijgingen in onder meer dat marktsegment te beteugelen, en is de sociale huurgrens iets verruimd. Ik zou nog verder willen gaan: ik zie wel iets in een woningwaarderingsstelsel boven de liberalisatiegrens. Willen we het probleem van de betaalbaarheid echt aanpakken, dan moeten we flinke stappen durven zetten.’