Het waterbeheer in Nederland: van repareren achteraf naar preventie vooraf
‘Bij Rijkswaterstaat zijn we al sinds het begin van de jaren negentig met klimaatverandering bezig. Eind jaren tachtig ging de temperatuur in korte tijd bijna een graad omhoog. De Rijksplanologische Dienst – die toen nog bestond – gaf destijds al aan dat de ruimtelijke ordening veel meer rekening moet houden met het water. De functie die we op een locatie realiseren, diende te volgen op de watersituatie ter plekke – in plaats van andersom. Die benadering heeft steeds meer aan aandacht gewonnen en inmiddels bevinden we ons echt op een kantelpunt. Alle partijen die zich bezighouden met de ruimtelijke ordening in Nederland zijn ervan doordrongen: we moeten naar preventie vooraf in plaats van reparatie achteraf. Anders krijg je problemen zoals in de warme zomer van 2003, toen netbeheerder Tennet de stroomlevering bijna niet meer kon garanderen. Door de hoge temperatuur was het water in Nederland dermate opgewarmd dat de energiecentrales, die toen nog vooral langs rivieren en kanalen stonden, hiermee nauwelijks meer konden koelen. In een samenwerking tussen de overheid en de energiesector zijn toen nieuwe vestigingslocaties gevonden aan de kust, met kouder water. De overheid maakte die locaties beschikbaar, de sector benutte dat maximaal.
Samen slimmer
'Op vergelijkbare wijze is rond 1995 besloten dat er in de uiterwaarden van de grote rivieren niet meer gebouwd mocht worden; dat werd eenvoudigweg te risicovol. Deze aanpak, waarbij de overheid en gebiedsontwikkelaars samen oplossingen bedenken, moeten we doortrekken naar de toekomst. Ons waterbeheersysteem moet flexibeler; daar kan niemand omheen. De briefadviezen van de Deltacommissaris van september en december 2021 zijn een stap in de goede richting: we moeten de gebouwde omgeving anders inrichten. Dat lijkt in eerste instantie wellicht duurder, maar kijk je naar de levenscyclus van investeringen en het lange termijn rendement, dan is het voor iedereen beter. Kijk naar het Eiland van Dordrecht: gemeente, waterschap, vastgoedsector en inwoners werken hier met succes samen om een waterveilige binnenstad te creëren. In 2035 moet het eiland ‘zelfredzaam’ zijn.'
Verbeter de waterverdeling
'In droge perioden zullen we regelmatig een watertekort houden en het beschikbare water moet rechtvaardig verdeeld worden; de LCW is hiervoor een belangrijke adviseur. In droge zomers bijvoorbeeld moet het IJsselmeerwater helemaal naar Groningen worden gestuurd. We kunnen ook op het dreigende tekort anticiperen door het water langer vast te houden in het grondwater of in speciaal ingerichte bergingsgebieden. Daarnaast moeten we onderzoeken of landschapsfuncties goed zijn gesitueerd. Neem de landbouw: die vinden we soms op zeer laaggelegen gebieden. Bij intensieve regen ontstaat dan wateroverlast. Zoals de waterbeheerders met de vastgoedsector in gesprek gaan over de sturende rol van water en bodem in de ruimtelijke ordening, zal dat ook met de landbouwsector gebeuren.’