Samen met gemeente gaan voor duurzaam en toekomstbestendig
Hoe typeren jullie de huidige situatie?
Leijten: ‘De woningbouwproductie kampt met een aantal grote onzekerheden. Zowel de prijs van bouwmaterialen als de leveringsgarantie en de beschikbaarheid van personeel staan onder druk. Dat heeft een enorm effect op risico’s in de bedrijfsvoering van bouwers. En daarmee op het hele proces van woningproductie. Tegelijkertijd stijgt de rente, zijn de kosten voor energie fors gestegen en is het consumentenvertrouwen erg laag. De overheid overweegt de middenhuur te reguleren en dat maakt woningbeleggers onzeker. Ondanks de enorme behoefte aan woningen, raken processen verstoord en komt de productie stil te vallen. Kortom, een situatie, waarin betrokken en betrouwbare partners die kijken naar de lange termijn, nodig zijn.’
Lam: ‘We hebben alle ingrediënten voor een perfecte storm. Niet dat die er perse zal komen, maar er is wel heel veel tegelijk aan de hand en de onzekerheden stapelen zich op. Ondanks de enorme stedelijke opgaven zie je op allerlei plekken projecten gewoon niet van de grond komen. Precies daar proberen wij het anders te doen. Door lef te tonen en door ons bewust te blijven van de belangen van alle betrokken partners. We hebben allemaal te maken met die onzekerheid. Door samen de discussie aan te gaan en altijd het gezamenlijk belang voor ogen te houden, komen we een heel eind. Dat betekent dat je soms meer moet accepteren dan je in een andere situatie misschien zou doen. Niet voor het maximale voor jezelf gaan maar juist voor het gemeenschappelijke. Voor gemeenten willen wij een partner zijn die zich niet laat afschrikken door de huidige onzekerheden maar die vooral de lange termijn horizon voor ogen houdt en kijkt naar wat wél kan.’
Wat kan nu dan nog wél?
Leijten: ‘Ons project De Caai in Eindhoven is een mooi voorbeeld van hoe het ook kan. Een project met 80 procent betaalbare woningen, waarin we als stadspartner samen met de gemeente zijn opgetrokken. Precies op het moment dat we zouden starten met bouwen, brak de oorlog in Oekraïne uit. De reflex van Bouwend Nederland was toen om aan contracten een ‘Oekraïne-clausule’ toe te voegen waarin werd vastgelegd dat alle kostenoverschrijdingen bij de opdrachtgever worden neergelegd. In de praktijk is dat natuurlijk niet haalbaar. De bouwer, lokaal geworteld en werkend met veel ketenpartners, bleek niet zozeer bezorgd om stijgende kosten als wel om de leveringsgaranties. Voor de belegger is het van belang wanneer opgeleverd kan worden. Dat hoeft niet in alle gevallen al bij de start van de bouw bekend te zijn. Toen we dat naar elkaar hadden uitgesproken, bleek ineens veel meer mogelijk en dan kom je er samen prima uit.’
Draagt De Caai ook aan bij aan het behalen van de klimaatopgave?
Lam: ‘Absoluut. De Caai was een volledig versteend industrieterrein met letterlijk maar één boom. Daardoor ontstond een enorme hitteopwekking, wat niet erg bevorderend is voor het klimaat en voor de leefbaarheid in een wijk. Vergroening was daar dus een van de belangrijke doelen, gecombineerd met het opvangen en hergebruiken van regenwater. Als BPD Woningfonds hebben wij meegedacht over de ontwikkeling van een dergelijk systeem maar ook over het beheer ervan. Dat is nu in handen van de bewoners zelf. Doordat die nu met elkaar verantwoordelijk zijn voor het groen voelen ze zich mede-eigenaar. De omgeving wordt beter onderhouden, mensen doen het samen en daardoor ontstaat er weer meer betrokkenheid en sociale interactie. Ook dát is een vorm van duurzaamheid, maar dan op het sociale vlak. Als eigenaar nemen wij de verantwoordelijkheid en de exploitatie van zo’n gebied op ons en dat kan voor gemeenten heel interessant zijn.’
Waarom is dat maatwerk en ‘samen doen’ voor BPD zo belang?
Leijten: ‘De enorme opgave om voldoende betaalbare woningen te realiseren, kan geen partij alleen en vraagt om samenwerkingspartners die met elkaar verantwoordelijkheid durven te dragen en de ambitie en de middelen hebben om opgaven af te maken. Als partner van de stad denken wij mee in de programmering. Bij De Caai was initieel een afspraak gemaakt voor slechts 20 procent sociale huurwoningen. Uiteindelijk is bijna 80 procent betaalbaar geworden. In Eindhoven doen we overigens veel meer dan alleen De Caai. Bij elkaar hebben we zo’n 2.000 woningen in de stad in ontwikkeling en 4.000 woningen in de regio. Een flinke portefeuille dus, zodat we nog jarenlang partner van de gemeente zullen blijven. Dat is ons streven bij al onze projecten.’