Woningbouw als instrument voor duurzame stedelijke ontwikkeling

Ruimtelijke ontwikkeling, woningbouw, mobiliteit, duurzaamheid en leefbaarheid: op gemeentelijk bestuursniveau komt alles samen. Hoe passen Nederlandse en Duitse gemeentebestuurders woningbouw en gebiedsontwikkeling als bestuursinstrument toe en hoe navigeren zij binnen regionale en nationale krachtenvelden om hun doelen te bereiken? Twee burgemeesters van een middelgrote stad, Jan Nieuwenburg uit het Noord-Hollandse Hoorn en Jan Lindenau uit het Noord-Duitse Lübeck, staan voor vergelijkbare uitdagingen en spreken over hun werkwijzen.

Jan Nieuwenburg: ‘Hoorn is al sinds de jaren zeventig een overloopgemeente voor de regio Amsterdam. De mooie ligging aan het Markermeer, de hoge woonkwaliteit, onze goede verkeers- en openbare vervoersverbindingen, uitstekende voorzieningen en recreatiemogelijkheden in en rondom de stad maken Hoorn aantrekkelijk voor veel randstadbewoners. In het kader van de nationale woningbouwopgave moeten we in de komende twintig jaar 6.000 nieuwe woningen realiseren. Voor een middelgrote gemeente als Hoorn is dat een relatief groot aantal, want het huidige inwoneraantal zal in diezelfde periode naar verwachting van 75.000 naar 90.000 stijgen.

Jan Lindenau: ‘Ook Lübeck is een overloopgemeente, maar dan voor de regio Hamburg. Dankzij de verbeterde treinverbinding bedraagt de reistijd naar Hamburg nog slechts 45 minuten, wat pendelen aantrekkelijk maakt. Ook omwille van een groeiende interesse van grootstedelijke bewoners om naar Lübeck te verhuizen, wil dit gemeentecollege vooral de bouw van voldoende betaalbare woningen stimuleren. Want naast de toestroom uit de regio staan we ook voor de uitdaging om veel vluchtelingen in Lübeck te huisvesten. Dit alles vraagt om nieuwe bouwlocaties. In de afgelopen zes jaar is er intensief gewerkt aan het ontwikkelen van bouwmogelijkheden, wat heeft geleid tot bouwvergunningen voor ongeveer 4.500 nieuwe woningen. Deze worden nu op verschillende plekken gerealiseerd’.

Jan Lindenau Bpd Bouwfonds Gebiedsontwikkeling
Jan Lindenau is burgemeester van Lübeck sinds 2018. Hiervoor werkte hij in de bankensector en was hij gemeenteraadslid.
Hoe benadert u de complexe bouwopgaven binnen de gemeente en de regio?

Lindenau: ‘Als middelgrote gemeente kunnen we in Lübeck niet zomaar zelf nieuwe bouwprojecten opstarten, maar we kunnen wel goede voorwaarden voor gebiedsontwikkeling creëren. Daarmee kunnen we richting geven aan de bouwinitiatieven. Zo is het voor Lübeck belangrijk dat er voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn. Daar sturen we op aan door in te spelen op nieuwe nationale, regionale en gemeentelijke regelingen, waardoor we bij de verkoop van gemeentegrond voorrang mogen verlenen aan ontwikkelaars van sociale huurwoningen, onder andere door het verlenen van prijsverlagingen.

De gemeente zelf kan niet altijd als opdrachtgever optreden, maar moet wel goede voorwaarden voor gebiedsontwikkeling scheppen.
Jan Lindenau
Burgemeester van Lübeck

Nieuwenburg: ‘Ook in Hoorn willen we graag voldoen aan de vraag naar meer woningen, maar we willen daarbij niet ons karakter als middelgrote stad kwijtraken. Het is voor ons belangrijk om een duidelijke scheidslijn tussen de stad en het landelijke buitengebied te behouden. Dat betekent dat we die extra wooncapaciteit vooral binnen de bestaande gemeentegrenzen willen realiseren, en daarvoor is een binnenstedelijke vernieuwingsaanpak nodig die slim gebruikmaakt van de beschikbare ruimte. Een complexe opgave die we hebben beschreven in een stedelijk vernieuwingsplan en een hoogbouwvisie.’

Lindenau: ‘Ja, een bewuste keuze voor gewenste bouwvormen is erg belangrijk, net als de vraag voor wie de woningen bestemd zijn. In Lübeck streven we ernaar dat bij nieuwbouwprojecten minstens dertig procent van de woningen voor de sociale huursector wordt gereserveerd. Daarnaast kijken we uiteraard naar de ruimtelijke effecten van groeiwijken.

De continue toestroom van nieuwe bewoners zorgt voor extra belasting op ons mobiliteitssysteem, dus maken we plannen om de stad fietsvriendelijker te maken en onze openbaarvervoersverbindingen te verbeteren. Met ons gedeelde project Lübeck Nordwest haken we bovendien aan bij het stedelijke woningbouwplan Wachstum und nachhaltige Erneuerung, dat zich onder andere richt op de herontwikkeling van voormalige industriegebieden in de nabijheid van stadscentra. Het ontwikkelen van nieuwe woningen en groene zones maakt deel uit van dit project, waarmee de algehele levenskwaliteit in steden moet worden verbeterd. In een middelgrote stad hangen alle aspecten van het openbare leven nauw samen.’

Jan Lindenau Jan Nieuwenburg Bpd Bouwfonds Gebiedsontwikkeling

Nieuwenburg: ‘Inderdaad, en daarom is een integrale woningbouwvisie zo belangrijk. Naast de mogelijkheden voor hoogbouw onderzoeken we ook andere opties om de bestaande wooncapaciteit uit te breiden. In de jaren zeventig werden hier veel doorzonwoningen met een tuin en twee of drie woonlagen gebouwd. Een groot deel van deze woningen is inmiddels verouderd en niet bepaald duurzaam. De oorspronkelijke bewoners brachten hun kinderen in die huizen groot en zagen hun kroost ook weer uitvliegen, maar bleven daarna zelf in deze eensgezinswoningen wonen. Die woningen willen we graag verduurzamen en de ongebruikte wooncapaciteit willen we graag beter benutten. Bijvoorbeeld door doorstroom te bevorderen met de bouw van nieuwe aantrekkelijke seniorenwoningen.’

Lindenau: ‘We werken nu samen met BPD aan een grote gebiedsontwikkeling in Travemünde. Dit stadsdeel is van oudsher gericht op het toerisme maar biedt ook mogelijkheden voor het realiseren van duurzame woningen. Ondanks de vaak hoge vastgoedprijzen in die wijk worden daar nu toch diverse nieuwe wooncomplexen gerealiseerd. Daarbij kiezen we bewust voor duurzame en toekomstgerichte concepten die de leefbaarheid op lange termijn vergroten. Ook onderzoeken we nieuwe mogelijkheden voor het transformeren van kantoorgebouwen naar woningen, al verlopen herbestemmingsprojecten in Duitsland vaak veel trager dan in Nederland omdat de Duitse wet- en regelgeving minder flexibel is.’ 

Jan Nieuwenburg Bpd Bouwfonds Gebiedsontwikkeling
Jan Nieuwenburg is burgemeester van Hoorn sinds 2016. Daarvoor was hij o.a. wethouder van Haarlem.
Aan welke samenwerkingen hecht u veel waarde?

Nieuwenburg: ‘In Nederland hebben we behoefte aan betrouwbare afspraken met regionale en nationale overheden, zodat wij en onze samenwerkingspartners weten wat we mogen verwachten. Op regionaal bestuursniveau stemmen we onze gebiedsontwikkelingsplannen af met de provincie Noord-Holland en met Pact West-Friesland, een regionaal samenwerkingsverband waarin zeven West-Friese gemeenten in de woningbouwopgave samen optrekken. Maar veel ruimtelijk beleid begint natuurlijk in het kabinet, dat bijvoorbeeld voor de vluchtelingenopvang veel van middelgrote gemeenten verwacht. We proberen de opvang in samenwerking met andere gemeenten in de regio West-Friesland zo effectief en efficiënt mogelijk te organiseren. Daarnaast hebben we hier in Noord-Holland-Noord ook een sterke agriculturele en logistieke sector, waar ongeveer 10.000 mensen als arbeidsmigranten werkzaam zijn. Sommige gemeenten in deze regio zoeken daarom nu actief samen naar geschikte locaties om arbeidsmigranten te huisvesten. Het is een voorbeeld van de vele extra taken waarmee wij worden geconfronteerd.’

Hoe ziet integrale gebiedsontwikkeling eruit in uw gemeente?

Nieuwenburg: ‘In een middelgrote stad als Hoorn hangt alles met elkaar samen, dus zodra we de binnen de bestaande gemeentegrenzen meer woningen gaan bouwen, dan heeft dat direct invloed op de bestaande infrastructuur, verkeersverbindingen, recreatie-, groen- en zorgvoorzieningen en noem maar op. Neem bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Poort van Hoorn, een nieuwbouwproject direct bij het treinstation waar allerlei verkeersstromen samenkomen, en waar we met BPD en woningcorporatie Intermaris een groot aantal nieuwe duurzame (sociale) huur- en koopwoningen realiseren.’

Lindenau: ‘Bij elke gebiedsontwikkeling richten we onze aandacht ook altijd op de mobiliteitsvraagstukken. De toenemende verkeersdrukte door het groeiende aantal gemotoriseerde voertuigen is een uitdaging, dus werken we aan een betere integratie tussen openbaar vervoer, fietsinfrastructuur en wegen. Er wordt ook gekeken naar duurzame mobiliteitsconcepten om de stad nog leefbaarder te maken, bijvoorbeeld door de CO2-uitstoot te verminderen.’

Om een evenwichtige sociaal-economische stedelijke ontwikkeling te bewerkstelligen is het belangrijk om zowel lokaal als regionaal samen op te trekken.
Jan Lindenau
Burgemeester van Lübeck

Nieuwenburg: ‘Herkenbaar. Zo’n zeven jaar geleden nam de provincie en de nationale overheid het besluit om actiever te investeren in belangrijke openbare verkeersknooppunten en om initiatieven te ondersteunen die de woningdichtheid rondom die vervoersknooppunten verdichten. Dit maakte ook de realisatie van een nieuwe parkeergarage mogelijk, waardoor een groter deel van de binnenstad autoluw kan worden gemaakt en daardoor meer ruimte biedt voor voetgangers en fietsers. Kijk, het zijn dit soort projecten, waarin woningbouw, mobiliteit, stedelijke en regionale ontwikkeling en duurzaamheid met elkaar worden verbonden waar ik als burgemeester enthousiast van word.’

Lindenau: ‘Als middelgrote stad spelen we een belangrijke rol in de regionale ontwikkeling van onze provincie. De nabijheid van Hamburg zorgt voor een bevolkingsgroei in Lübeck, en om een evenwichtige sociaal-economische stedelijke ontwikkeling te bewerkstelligen is het belangrijk om zowel lokaal als regionaal samen op te trekken. Alleen samen kunnen we zowel een betaalbaar woningaanbod als een prettig leefklimaat realiseren. Dit omvat ook nieuwe financieringsmogelijkheden en het bevorderen van innovatieve ruimtelijke initiatieven in de stad. Lübeck wil immers in Noord-Duitsland een voorbeeldrol vervullen op het gebied van duurzame gebiedsontwikkeling, en dat kan alleen door in samenwerking met onze provincie en nationale overheid gebieden zodanig te ontwikkelen dat alle belangrijke economische, ecologische en sociale aspecten in acht worden genomen.

Jan Nieuwenburg Bpd Bouwfonds Gebiedsontwikkeling
Jan Nieuwenburg: 'Ik ben blij dat het rijk en de provincies de overloopgebieden op een weldoordachte manier met elkaar in verbinding brengen'.
Hoe verloopt de samenwerking tussen rijk, provincie en gemeente?

Nieuwenburg: ‘Ik ben blij dat het Rijk en de provincies de overloopgebieden op een weldoordachte manier met elkaar in verbinding brengen, vooral ten aanzien van de openbare vervoersverbindingen tussen de grote en middelgrote steden. Hoorn neemt geografisch een unieke positie in als poort naar de kop van Noord-Holland en, via de afsluitdijk, naar de noordoostelijke provincies. Daarom hechten wij veel waarde aan een goede samenwerking met de provincie Noord-Holland en met onze strategische partners in Purmerend, Zaanstad en Amsterdam, bij wie wij de verkeersverbindingen agenderen die voor ons allemaal zo belangrijk zijn. Samen met de provincie werken we aan het behoud van de natuurwaarden en we hebben een behoorlijke rol in de regionale energietransitie. Wat de samenwerking met onze burgers betreft pleit ik voor meer inspraak van toekomstige bewoners in het gemeentebeleid en voor het vastleggen van duidelijke afspraken, zoals wij dat bijvoorbeeld hebben gedaan in onze hoogbouwvisie, waarin duidelijke regels zijn geformuleerd over de maximaal toegestane bouwhoogte in elk stadsdeel. Dat zijn heldere afspraken waarop we samen kunnen bouwen.’

Lindenau: ‘Ja, heldere afspraken zijn cruciaal. Als stadsbestuur verbinden we onze visie en ontwikkelingsconcepten aan specifieke uitgangspunten. Waar mogelijk zoeken we zelfs de grenzen van het bouwrecht op, want uiteindelijk hebben we gewoon meer woningen nodig. Ik vind dat we daarbij op de steun van zowel de provincie als de nationale overheid moeten kunnen rekenen. Doorgaans worden stedenbouwprojecten hier voor een derde door de nationale overheid, voor een derde door de provincie en voor een derde door de stad gefinancierd, maar momenteel heerst er onzekerheid rondom de financieringskeuzes van de provincie ten opzichte van de bevording van woningbouw. Ik maak me daar niet al te grote zorgen over, want ik kan me moeilijk voorstellen dat de provincie zich volledig wil terugtrekken uit zowel de woningbouwopgave als de verdere ontwikkeling van de regio, die in zijn geheel wordt bepaald door de ontwikkeling van middelgrote steden. Bovendien: ten aanzien van de regionale ontwikkelingsvraagstukken trekken we als gemeente, provincie en nationale overheid doorgaans samen op. De hogere overheden steunen onze sociaal-economische en duurzaamheidsinitiatieven en onderkennen het belang van middelgrote steden in de verdere ontsluiting van de provincie. Dat zien we bijvoorbeeld terug in de nationale steun voor de aanleg van een nieuwe interregionale verkeersverbinding met ons nieuwe treinstation. Zoiets kunnen we zonder de provincie niet realiseren.

Wat kunnen burgemeesters van middelgrote steden nog meer doen om hun gemeente te laten floreren?

Nieuwenburg: ‘In een middelgrote stad als Hoorn hangt alles met elkaar samen, dus zodra we de binnen de bestaande gemeentegrenzen meer woningen gaan bouwen, dan heeft dat direct invloed op de bestaande infrastructuur, verkeersverbindingen, recreatie-, groen- en zorgvoorzieningen en noem maar op. Neem bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Poort van Hoorn, een nieuwbouwproject direct bij het treinstation waar allerlei verkeersstromen samenkomen, en waar we met BPD en woningcorporatie Intermaris een groot aantal nieuwe duurzame (sociale) huur- en koopwoningen realiseren.’

Lindenau: ‘Bij elke gebiedsontwikkeling richten we onze aandacht ook altijd op de mobiliteitsvraagstukken. De toenemende verkeersdrukte door het groeiende aantal gemotoriseerde voertuigen is een uitdaging, dus werken we aan een betere integratie tussen openbaar vervoer, fietsinfrastructuur en wegen. Er wordt ook gekeken naar duurzame mobiliteitsconcepten om de stad nog leefbaarder te maken, bijvoorbeeld door de CO2-uitstoot te verminderen.’

In een middelgrote stad als Hoorn hangt alles met elkaar samen.
Jan Nieuwenburg
Burgemeester van Hoorn

Nieuwenburg: ‘Herkenbaar. Zo’n zeven jaar geleden nam de provincie en de nationale overheid het besluit om actiever te investeren in belangrijke openbare verkeersknooppunten en om initiatieven te ondersteunen die de woningdichtheid rondom die vervoersknooppunten verdichten. Dit maakte ook de realisatie van een nieuwe parkeergarage mogelijk, waardoor een groter deel van de binnenstad autoluw kan worden gemaakt en daardoor meer ruimte biedt voor voetgangers en fietsers. Kijk, het zijn dit soort projecten, waarin woningbouw, mobiliteit, stedelijke en regionale ontwikkeling en duurzaamheid met elkaar worden verbonden waar ik als burgemeester enthousiast van word.’

Lindenau: ‘Als middelgrote stad spelen we een belangrijke rol in de regionale ontwikkeling van onze provincie. De nabijheid van Hamburg zorgt voor een bevolkingsgroei in Lübeck, en om een evenwichtige sociaal-economische stedelijke ontwikkeling te bewerkstelligen is het belangrijk om zowel lokaal als regionaal samen op te trekken. Alleen samen kunnen we zowel een betaalbaar woningaanbod als een prettig leefklimaat realiseren. Dit omvat ook nieuwe financieringsmogelijkheden en het bevorderen van innovatieve ruimtelijke initiatieven in de stad. Lübeck wil immers in Noord-Duitsland een voorbeeldrol vervullen op het gebied van duurzame gebiedsontwikkeling, en dat kan alleen door in samenwerking met onze provincie en nationale overheid gebieden zodanig te ontwikkelen dat alle belangrijke economische, ecologische en sociale aspecten in acht worden genomen.

BPD Magazine ontvangen?

Dit artikel verscheen in BPD Magazine. De volgende editie kosteloos op uw deurmat ontvangen?