‘Sluit aan bij wensen van onderop, drop ze niet van bovenaf’
‘Als kwartiermaker probeer ik op allerlei manieren de gemeenschapszin aan te jagen. Je kunt me dus ook opbouwwerker, buurtverbinder of community builder noemen. Samen met bewoners organiseer of ondersteun ik allerlei activiteiten. Denk aan een burendag, woonblokdiner, buurtfeest, tuinclub, zangclub of wijkschoonmaak. Voor nieuwe bewoners leg ik de rode loper uit: ik heet ze welkom en probeer ze meteen bij de buurt te betrekken. Meestal werk ik in opdracht van gemeenten en woningcorporaties. De Wielewaal is het eerste project waarbij ik door een gebiedsontwikkelaar ben gevraagd om de wijk te helpen opbouwen. Dat is wel bijzonder. BPD zorgt voor de bouw van woningen, ik bouw een gemeenschap. Die combinatie geeft een mooie dynamiek.’
Wat is de grootste uitdaging in de Wielewaal?
‘Deze wijkvernieuwing heeft een lange, complexe geschiedenis. De Wielewaal bestond uit semipermanente woningen die net na de oorlog zijn gebouwd. Ze zouden 25 jaar blijven staan, maar dat werd veel langer. In 2011 is besloten om de oude woningen te slopen en nieuwe te bouwen. Toch waren niet alle bewoners daar blij mee. Ze vonden het niet fijn dat de wijk ging veranderen. Het besluit leidde tot een enorme strijd – ook tussen bewoners – en zelfs tot rechtszaken. Uiteindelijk ging de eerste fase van de vernieuwing pas in 2022 van start. In 2023 zijn de eerste woonblokken opgeleverd. Huurders die in 2011 een huurcontract hadden, hebben het recht om terug te keren in een nieuwe sociale huurwoning. Naast sociale huurwoningen worden er ook middenhuur- en koopwoningen gebouwd. Dit betekent dat er nieuwe bewoners bij komen en de wijk diverser wordt. De uitdaging is om met alle oude bewoners een nieuwe start te maken en om te zorgen dat nieuwe bewoners zich ook welkom voelen en gaan meedoen. We willen het oude buurtgevoel behouden en versterken.’
Wat drijft jou in je werk?
‘Ik ben al vijftien jaar actief in dit werkveld. Ik vind het boeiend om mensen met elkaar in contact te brengen. Als mensen in de Wielewaal komen wonen, vraag ik wat zij belangrijk vinden in een buurt, welke activiteiten ze leuk vinden en of ze die mogelijk ook voor de buurt kunnen organiseren. Tijdens een burendag gaf iemand aan dat ze van zingen hield. Ze bleek niet de enige. We hebben meteen een zangclubje opgericht dat nu wekelijks in het buurthuis bijeenkomt. Zo is er ook een cultuurclub, tai-chiclub en tuinclub. Er is bijna elke dag wel iets te doen. Het buurthuis is van en voor iedereen, en we hebben een website met alle activiteiten en nieuwtjes over de wijk. Bewoners kunnen zich ook aanmelden als buurtverbinder en zelf activiteiten organiseren. Op een zeker moment zullen deze buurtverbinders mijn taken gaan overnemen. Dan is mijn missie geslaagd.’
Botsen jouw visie en ideeën weleens met de praktijk?
‘De samen-leving is een ik-leving geworden. Mensen zijn individualistischer geworden. Velen zijn meer aan het overleven dan aan het leven. Ze zijn zo druk met hun werk en gezin dat ze er niet aan toekomen ook nog iets in de wijk te doen. Ik probeer bewoners uit hun bubbel te halen en hen te laten ontdekken dat samen dingen doen het wonen in een wijk fijner maakt. Een wijk wordt leuker en leefbaarder als buurtgenoten samen activiteiten ondernemen en elkaar een handje helpen. Samen houd je de wijk schoon en veilig. Samen ga je eenzaamheid tegen. Investeren in verbinding en samenhang bespaart de gemeenschap daarmee ook heel wat kosten.’
Wat is je advies voor soortgelijke wijkvernieuwingen?
‘Neem bewoners en omgeving serieus. Investeer in participatie. Participatie is nu vaak een moetje, een activiteit die moet worden afgevinkt voordat een besluit kan worden genomen. Maar op die manier werkt het niet. Participatie moet doorgaan, ook als het besluit is genomen. Dat had in de Wielewaal misschien beter gekund. Bewoners zijn de ervaringsdeskundigen. Zij verdienen het om vanaf het begin bij de planvorming betrokken te worden en te blijven. Gebruik hun kennis en ervaring, geef ze een plek aan tafel. Daardoor krijgen partijen mensen mee, ontstaat er draagvlak en wordt er tijd gewonnen. Kijk ook goed welke vorm van participatie het best past. Misschien zijn er al bewonersgroepen waaruit een klankbordgroep kan worden samengesteld. Misschien kunnen alle wijkgenoten worden uitgenodigd om mee te denken en kijk wie interesse toont. Het belangrijkste is dat alle bewoners geïnformeerd worden over de plannen en de kans krijgen om mee te denken. Drop ideeën niet van bovenaf, maar sluit aan bij wensen van onderop.’