Placemaking: smoel geven aan een gebied
‘Een plek van maatschappelijke waarde maken voor de omgeving. Met placemaking maak je vanuit de huidige situatie een verbinding met de gebiedsontwikkeling op de lange termijn. Je kunt in leegstaande gebouwen bijvoorbeeld tijdelijk kunstenaars laten wonen of werken. Op een braakliggend terrein kun je festivals organiseren of ruimte bieden aan een bijzondere horecavoorziening. Maar ook minder voor de hand liggend: ruimte voor artists in residence – kunstenaars die ter plekke aan de slag gaan, een “afwinkel” met workshops over afval of buitenruimte voor sport en spel. Als je het goed inzet, is placemaking een mooi instrument om te verkennen wat werkt in een buurt en welke mensen zich tot die buurt voelen aangetrokken. Je ontwikkelt de sterke punten van een omgeving verder, al voordat er mensen wonen. Placemaking maakt mij blij.
Wanneer dacht jij: ik wil iets met placemaking?
‘In mijn studententijd organiseerde ik al feestjes in mijn antikraakwoning. Altijd met een extra laag: mensen moesten bijvoorbeeld eerst langs een kledingrek om zich te verkleden of er was videokunst te zien. Later hoor je dat er door zo’n feest relaties zijn ontstaan of dat mensen samen een project zijn aangegaan. Mensen hebben, zeker in steden, behoefte aan plekken waar je gemeenschapszin ervaart – anders dan de kerk of het buurthuis. Als je ontmoetingen organiseert in een leegstaand pand of op een braakliggend terrein buiten de stad, dan ontstaan er mooie dingen.’
Op veel plekken organiseert de ontwikkelende partij alleen leegstandsbeheer voor de veiligheid, terwijl je in die fase al zoveel meer impact kunt hebben op een omgeving
Is placemaking altijd tijdelijk?
‘Dat is maar hoe je het bekijkt. Juist doordat placemaking verbonden is met de latere ontwikkeling, is het in feite niet tijdelijk. De invulling die je aan een gebied geeft, is soms wél tijdelijk. Vaak ontstaat er vertraging in de plannen en duurt de tijdelijkheid toch wat langer dan voorzien. Dat maakt het ook lastig, met steeds kortere contracten naar het einde toe. Dan wordt het een steeds grotere uitdaging om iets moois op die plek te doen, met vaak een beperkt budget. Overigens worden we ook weleens gevraagd juist een blijvende invulling te realiseren.
Welk project doet je gloeien van trots?
‘In de Haagse wijk Binckhorst hebben we de afgelopen negen jaar mooie dingen gedaan, ook met BPD. Ik denk dat we daar, in de gesprekken met andere betrokken partijen, zeker hebben bijgedragen aan de toekomstige ontwikkeling van het gebied. Je verkent wat werkt, welke doelgroep enthousiast wordt van welke activiteiten. Je experimenteert als het ware met de maakbaarheid van het gebied: kunnen we het bestaande karakter versterken om de juiste doelgroep te trekken? Een mooi voorbeeld daarvan is het Museumkwartier in Den Haag, waar aanvankelijk vooral musea met ‘oude meesters’ waren te vinden. Daar hebben wij, op verschillende locaties die we in tijdelijk beheer hadden, exposities georganiseerd. We haalden bijvoorbeeld gerenommeerde hedendaagse kunstenaars naar de voormalige Amerikaanse ambassade, samen met cultuurorganisatie West Den Haag. Die buurt, rond het Lange Voorhout, voelt voor veel mensen als ontoegankelijk, niet een omgeving waar zij zich thuis voelen.
Placemaking helpt dan om met nieuwe vormen van gebruik te experimenteren. Sommige daarvan kunnen normaal worden, zodat je een nieuwe doelgroep aantrekt die dan wél het gevoel krijgt dat zij in die omgeving op hun plek zijn. Een ander mooi voorbeeld is het Waterfrontpark aan de Trekvliet in Den Haag. Hier komen op termijn woningen en wij gaan de komende tijd alvast experimenteren met het ontwerp van een park. Werkt een strandfunctie? Kunnen we samenwerken met de innovatieve scholen die vlakbij geopend zijn en veel met buitenonderwijs doen? Dat gaan we ontdekken.’
Verhoogt placemaking de waarde van de latere ontwikkeling?
‘Wij hebben daar bij onze eigen projecten nog geen onderzoek naar gedaan, maar onderzoeken van andere partijen wijzen inderdaad wel op een waardevermeerdering. Met placemaking doe je in ieder geval aan gebiedsmarketing. Je laat mensen alvast kennismaken met een buurt of een gebied. Het gebied hééft al een smoel op het moment dat het ontwikkeld wordt. Wat mij betreft zou placemaking standaard onderdeel moeten zijn van elk ontwikkelingsproces. Je verbetert niet alleen het eindresultaat van een ontwikkeltraject, maar zorgt ook in die allereerste fase voor een goede uitstraling van het gebied. Op veel plekken die wachten op ontwikkeling organiseert de ontwikkelende partij alleen leegstandsbeheer voor de veiligheid, terwijl je in die fase al zoveel meer impact kunt hebben op een omgeving – zolang je maar nét even verder kijkt.’