Water als verbindend element
'Waterbeheer is een intrinsiek onderdeel van praktisch elke gebiedsontwikkeling’, zegt Martijn van Gelderen. ‘Door de gevolgen van klimaatverandering is het thema wel omvangrijker geworden. Je moet niet alleen rekening houden met de waterbergingsopgave, maar ook aandacht hebben voor extreme regenval, hittestress, droogte. Het is de kunst om de wateropgave goed te combineren met andere opgaven, zoals wonen, recreatie en infrastructuur. Dat betekent dat je per definitie samenwerkt met een groot aantal partners zoals de gemeente, provincie, waterschap en vaak ook het Rijk. Taken en verantwoordelijkheden worden verdeeld.’ Olav Barneveld: ‘In ieder gebied bestaat een waterbergingsopgave, maar niet overal is die even groot. Als gebiedsontwikkelaar moet je altijd om je heen kijken. Soms is er een opgave in de omgeving van je plangebied, waarop je dan kunt inspelen. Water biedt vooral enorme kansen. Het voegt vaak kwaliteit toe. Of het nu zichtbaar is of niet. Wadi’s bijvoorbeeld (groene greppels die bij hevige regen volstromen, red.) zie je over het hoofd, totdat ze vol water staan.’
Water en BPD
Van Gelderen: ‘Water staat altijd op de agenda van BPD. Waterbeheer is een vast onderdeel van onze aanpak en duurzaamheidsstrategie. We verbinden groen en water tot leefomgevingen die zo zijn ingericht dat ze robuust zijn, dus bestand tegen weersextremen. We voorkomen wateroverlast door regenwater te bergen. En ook bij grote hitte zijn onze woningen en gebieden prettig om in te verblijven.’ Barneveld: ‘We hebben stevige ambities, we doen vaak meer dan gevraagd.’ Van Gelderen: ‘Ja. We laten het niet alleen afhangen van kaders die andere partijen bepalen, we nemen initiatief. Ook op procesniveau. Zo heb ik bijvoorbeeld meegemaakt dat het waterschap niet aan tafel zat bij een eerste vergadering over een gebiedsontwikkeling. Daar maak ik dan een punt van. Waterbelangen moeten zo vroeg mogelijk in het proces worden meegenomen.'
De uitdagingen
Van Gelderen: 'Waterbeleid is vanouds nogal defensief. Vanuit de Nederlandse geschiedenis is dat volstrekt te begrijpen. Het is vaak: nee, tenzij. Maar je kunt beter van het positieve uitgaan: ja, mits. Voorbeeld: in veel beleidsstukken staat dat je watergangen niet mag dempen, tenzij je nieuw oppervlaktewater maakt. Wij zeggen dan: dat hangt er maar van af. Misschien kun je dempen wel op een andere manier compenseren. Bijvoorbeeld door elders voldoende waterberging te maken.’ Barneveld: ‘Vaak lopen we aan tegen een gebrek aan financiële middelen. Terwijl het gaat om infrastructuur die je voor minstens honderd jaar aanlegt. Ik denk dat er op dat gebied iets meer durf nodig is.'
Voorbeelden
Van Gelderen: ‘Daar zijn natuurlijk ook goede voorbeelden van. Er is veel gebeurd de afgelopen jaren. Kijk naar Weespersluis bij Weesp en Hoef en Haag bij Vianen. Dat zijn grote gebiedsontwikkelingen met water als dragend element.’ Barneveld: ‘Of het nieuwe dorp Reeve bij Kampen. Daar is – samen met alle partijen – de hoogwaterbeschermingsopgave van het Rijk gecombineerd met natuurontwikkeling, recreatie én woningbouw. Er is een nieuwe vaargeul aangelegd om Kampen veilig te houden bij hoogwater in de IJssel. Achter én op een forse nieuwe klimaatdijk bouwen we een compleet nieuw dorp, met veel water en een nieuwe sluis. Van de nood is hier een deugd gemaakt.’ Van Gelderen: ‘Dit laat zien hoe het Rijk, regionale overheden én een ontwikkelaar een project van het landelijk hoogwaterbeschermingsprogramma succesvol kunnen uitwerken. Ik vind dat enorm inspirerend. Op dezelfde manier zou je een woningbouwprogramma kunnen uitwerken, binnen een bepaalde planning en met een vastgesteld budget.’
Barneveld: ‘Trouwens: we voeren waterbeheer ook door op gebouwniveau. Neem The George in Amsterdam (een appartementengebouw aan de Zuidas met groene balkons en regenwateropvang op het dak, red.). En verder stimuleren we bewoners van onze woningen om bijvoorbeeld de tuin groen in te richten in plaats van dicht te straten en daarmee extra water te bergen.’
Ambities
Van Gelderen: ‘In de duurzaamheidsstrategie van BPD zijn onze ambities heel concreet gemaakt. Onze nieuwe gebieden zijn aantoonbaar adaptief: bestand tegen wateroverlast, droogte en hitte. Ze bevorderen de biodiversiteit dankzij hun natuurlijke en waterrijke inrichting. Vooral het aspect van overlast wordt belangrijk, omdat daar een ruimtelijke component aan vastzit. Dat staat nu nog niet in de wet, maar het speelt wel een rol bij de bouw van nieuwe woonwijken. Goede gebiedsontwikkeling houdt daar nu al rekening mee.’ Barneveld: ‘Ik merk dat mensen zich afvragen hoe ambitieus BPD precies is op dit punt. Hoe ver we gaan.’ Van Gelderen: ‘Nou, we gaan ver. Maar we houden wel de realiteit in het oog. We kijken naar de uitdagingen, maar ook naar wat onze bewoners willen, naar de betaalbaarheid, naar andere belangen – met een integrale blik. Onze bewoners moeten ook over honderd jaar zonder waterproblemen kunnen wonen.’