'Houd elkaar een beetje heel'
Toen Jan van Zanen in 2020 aantrad als burgemeester van Den Haag, ontdekte hij een mooie manier om de stad te leren kennen. Op de fiets peddelde hij regelmatig alle 5.800 meters van de Laan van Meerdervoort af. De ‘langste laan van Nederland’ toonde hem een dwarsdoorsnede van de sociaaleconomische structuur van Den Haag. ‘Buurten waar mensen het zeer goed hebben, worden afgewisseld met buurten zoals Zuidwest, waar mensen jaren korter leven dan in andere delen van de stad. Die grote verschillen in welzijn en levensverwachting, daar moet je als overheid iets aan doen. Leefbaarheid ofwel goed wonen speelt daarin een sleutelrol. Daarom zie ik de bouw van voldoende gezonde en betaalbare woningen als een van de belangrijkste opgaven.’
Uw stad zit ingesloten tussen de Noordzee en aangrenzende gemeenten en groeit de komende jaren met 10%. Hoe moet het nu al bestaande woningtekort worden opgelost?
'In Den Haag is de ruimte bij uitstek beperkt. Den Haag heeft met 6.000 inwoners per vierkante kilometer zelfs de hoogste bevolkingsdichtheid van Nederland. Dat geeft concurrentie: we moeten mensen huisvesten, maar willen niet onze parken of groene zones volbouwen. We moeten dus de hoogte in. Dat is technisch mogelijk en we doen dit ook al in de binnenstad, onder meer in de wijk Binckhorst en het gebied Central Innovation District (CID). Maar minstens zo belangrijk is het om de bijbehorende openbare ruimte goed in te richten. Waar laat je je fiets, waar koop je brood, waar ga je naar school, waar kan je een potje voetballen en waar zit je met elkaar uit de wind op een bankje? Dat zijn dingen die ertoe doen, want wonen doe je niet in je eentje. Om een goede leefomgeving te creëren zijn investeringen nodig, en afspraken met alle betrokken partijen: het Rijk, de gemeente, burgers, bedrijven, woningcorporaties en de private sector.'
Wat is de kritische succesfactor om een leefbare gemeenschap te creëeren?
'Een meerjarenstrategie, ofwel: afspraken waar we ons met zijn allen ook aan houden. Wat gaan we waar en wanneer bouwen, en welke eisen stellen we daaraan? Die afspraken maak je binnen een gemeente of regio, maar ook op rijksniveau. Een actieve inzet van het Rijk is belangrijk omdat gemeenten – en dat geldt zeker voor Den Haag – over onvoldoende budget en instrumenten beschikken die noodzakelijk zijn voor de opgaven die er liggen. Neem bijvoorbeeld de eerdergenoemde stadswijk Binckhorst; daar wonen straks 10.000 extra mensen. Als we daar geen hoogwaardig openbaar vervoer naartoe krijgen, slibt het dicht. Daarvoor hebben we het Rijk wel nodig.'
Je kunt de stad niet los zien van aangrenzende gemeenten: een sterke stad betekent ook een sterkere regio
In hoeverre moet de regio hierin samen optrekken?
'De ruimtelijke ontwikkeling van een stad en regio is een enorm complexe opgave waarin veel belangen samenkomen. Hoe zorg je ervoor dat de woningbouw in de pas loopt met thema’s als leefbaarheid, bereikbaarheid en duurzaamheid? Je kunt de stad daarbij niet los zien van de aangrenzende gemeenten: een sterke stad betekent ook een sterkere regio, en vice versa. Regionale samenwerking is dus belangrijk. Dat kan door middel van gezamenlijke investeringsagenda’s, maar ook door lokale woningbouwprogramma’s regionaal af te stemmen en afspraken te maken over het aandeel sociale huurwoningen en betaalbare koopwoningen. Dat gebeurt ook al: in overleg met de provincie, het Rijk, woningcorporaties en marktpartijen worden dit soort afspraken vastgelegd in regionale “Woondeals”.'
Grote maatschappelijke opgaven houden niet op bij de regio- of landsgrenzen...
'Inderdaad, en daarom is verdere Europese en internationale samenwerking vereist. Wel proberen wij daarbij als VNG altijd het perspectief van de gemeenten in te brengen. Zo ligt er bijvoorbeeld een voorstel vanuit de EU voor een verordening tot natuurherstel met streefwaarden op gemeentelijk niveau. In principe positief, maar ecosystemen verschillen lokaal sterk. Als VNG pleiten we ervoor dat gemeenten de ruimte krijgen om dit soort maatregelen lokaal af te wegen. In de gemeenten komt alles samen, dus een zekere lokale autonomie is gewenst.'
In de gemeenten komt alles samen, dus een zekere autonomie is gewenst
De politieke cycli vormen ook een gegeven. Hoe kunnen we daar toch een weg in vinden?
'Langlopende afspraken zijn helaas nog geen vanzelfsprekendheid. Dat heeft onder meer te maken met de vierjarige cyclus bij de verschillende overheden. Bij een nieuw kabinet of een nieuw college kunnen accenten zomaar verschuiven. Terwijl private partijen die investeren in wonen en de openbare ruimte zekerheid nodig hebben. Als afspraken na hun investeringen wijzigen, en ze steeds weer door een andere hoepel moeten springen, verliezen ze hun interesse. Mijn advies is dus: houd elkaar een beetje heel. Dat geldt voor alle betrokken partijen. De landelijke overheid en EU stellen eisen aan gemeenten. Prima, maar geef die gemeenten dan ook de ruimte en financiën om het te doen. Hetzelfde gaat ook op voor de verhouding tussen gemeenten en private ontwikkelaars: gun elkaar de winst, financieel en anderszins. Er moet sprake zijn van wederkerigheid en we moeten goed naar elkaar luisteren. In Den Haag heb ik het initiatief genomen voor een ontbijtsessie met ontwikkelaars, investeerders en corporaties. De belangstelling was zo groot dat we er meerdere moesten organiseren. In deze sessies kregen we te horen waar de problemen lagen: lange doorlooptijden wegens een capaciteitsgebrek bij de gemeente, spelregels die tijdens de wedstrijd werden gewijzigd, wantrouwen in de politiek. We weten nu: dit zijn de zaken waaraan we moeten werken.'
U bent nauw betrokken bij Den Haag Zuidwest. Hoe wilt u daar de leefbaarheid en het levensgeluk van bewoners vergoten?
'In Den Haag Zuidwest wonen zo’n 60.000 mensen. Dit stadsdeel heeft onder meer te maken met armoede, jeugdcriminaliteit, gezondheidsproblemen en slechte woningen. Het is een opeenstapeling die al jaren bestaat, waardoor bewoners zich in de steek gelaten voelen. Het vertrouwen in de overheid is dan ook laag. Dat proberen wij te doorbreken door nauw samen te werken met instanties zoals de jeugdbescherming, het onderwijs, politie en schuldhulpverlening, maar ook met ondernemers en bewoners zelf. Verder zijn we druk bezig met de ontwikkeling van nieuwe, betaalbare woningen. Veelbelovende initiatieven, al vergt het van bewoners een lange adem. Dat is lastig als je kind nú problemen heeft op school of als je nú schimmel in je woning hebt, werkloos bent of je energierekening niet kunt betalen. Want die nieuwe, betaalbare woningen zijn natuurlijk niet morgen klaar en de leefbaarheid verbeter je niet van de ene op de andere dag. Wat we nu wel kunnen bieden, is perspectief. Mensen laten merken dat wij hen zien en horen. Dat betekent aanwezig zijn, ontmoetingen organiseren in de buurthuizen, criminelen in de kraag vatten, mensen terug begeleiden naar de arbeidsmarkt en die kapotte lantaarnpaal direct repareren. En we kunnen ook nu de kracht van bewoners zelf benutten. Ik spreek hen vaak, zie de enorme veerkracht die zij in zich hebben. Die kracht moeten we aanwenden, met bijvoorbeeld rolmodellen uit de buurt, om te laten zien dat er een betere toekomst mogelijk is.'
Betaalbaar wonen staat bovenaan alle lijstjes. Wat kan de gemeente doen?
'Het aandeel betaalbare woningen kan je bijvoorbeeld vastleggen in plannen voor gebiedsontwikkelingen en projecten. Zet daar juridische instrumenten naast, zodat je het ook kan afdwingen. In Den Haag hebben we een “Woonagenda 2020-2023” opgesteld, met deze en andere maatregelen. Dankzij de huisvestingsvergunning voor de sociale en middenhuursector bijvoorbeeld, gaan deze woningen naar mensen met bijpassende inkomens. Bij al deze maatregelen moet je een balans zoeken tussen het benodigde aantal betaalbare woningen in onze stad en de ontwikkel- en investeringsmogelijkheden van bouwende partijen. Als iedereen zich aan de gemaakte afspraken houdt, kan je samen werken aan de benodigde mix van woonvormen en woningsoorten waar onze samenleving het meest aan heeft. Wat dat betreft, kijk ik ook wel naar het buitenland. In bijvoorbeeld München en Zürich zie je mooie initiatieven van gemeenschappelijk bezit. Wooncoöperaties, waarbij bewoners samen eigenaar zijn van een pand of stukje land, vormen daar een heel normaal alternatief voor huur of koop. Dit zou ook een uitkomst kunnen zijn voor een stad als Den Haag.'
Hoe ziet uw gedroomde stad anno 2050 eruit?
'Dat is een stad zonder grote sociaaleconomische verschillen tussen de inwoners, waar de zwakkere schakels versterkt zijn. Een stad waarin jongeren goed worden onderwezen en een gezond dak boven hun hoofd hebben. De uitdaging voor overheid, ontwikkelaars en bouwers: blijf elkaar opzoeken en zoek samen naar oplossingen en slimme ingrepen. Zodat de stad en regio er morgen weer een beetje beter voorstaan dan vandaag.'