Inzet en daadkracht voor herprogrammeren naar betaalbare segment
Mensen met een gewoon inkomen die een gewoon huis kunnen betalen, dat is waar het onze minister voor Volkshuisvesting Hugo de Jonge om te doen is. Hij zet in de laatste editie van BPD magazine glashelder uiteen wat daarvoor nodig is. In De Jonge hebben we een minister gekregen die zich met jaloersmakend enthousiasme ons vak zeer snel eigen heeft gemaakt en de woningproductie van met name betaalbare woningen probeert aan te jagen. 900 duizend woningen erbij tot 2030, meer regie, meer daadkracht, meer herprogrammeren met als doel meer betaalbare woningen. Ik ben het volledig met hem eens. En wat ons en de minister betreft moet dat dan wel zo efficiënt en effectief mogelijk. Industrieel bouwen maakt dat mogelijk. Bijkomend voordeel van modulair bouwen: minder transport, minder lawaai en minder bouwafval.
Grote locaties voor continuïteit
Het getal 900 duizend is een duidelijke stip op de horizon, maar het mag niet bij woorden en getallen blijven. Het is nu echt tijd voor handen uit de mouwen en voor het aanwijzen van locaties door de minister. Grote locaties staan voor continuïteit van het woningaanbod over een periode van zo’n tien tot vijftien jaar en voor een jaarlijks aanbod dat beschikbaar komt. De huidige productie is nu vaak te sterk projectmatig gericht, wat handenvol energie en capaciteit kost van publieke en private organisaties. Daardoor blijven we spreken over capaciteitstekorten. Dat is slechts een deel van de waarheid; het heeft ook sterk te maken met waar we bouwen en met gestapelde kwaliteitseisen. Als markteider in Duitsland ervaren we dezelfde problematiek, waar het absolute tekort inmiddels een miljoen woningen telt en waar jaarlijks 400 duizend woningen bij moeten komen, terwijl de productie stagneert op zo’n 260 duizend per jaar. De grotere A-gemeentes – zoals Berlijn, Hamburg, Düsseldorf, Frankfurt – zijn de afgelopen jaren begonnen met kijken naar de stadsgrenzen en uitleglocaties voor woningbouw. Naast Duitsland zien we in Engeland, Polen, Denemarken en Zweden dezelfde problematiek. Dat maakt het niet minder erg in Nederland, maar geeft aan dat we met een Noord-West- Europese uitdaging te maken hebben.
Bouwen en wonen voor 74-plussers
Demografische trends – vergrijzing, minder jongeren die mantelzorg kunnen bieden – dwingen de gehele vakgemeenschap, van architect tot ontwikkelaar en bouwer, tot bezinning. We moeten een antwoord formuleren op de vraag hoe we in de woon- en zorgbehoefte van senioren kunnen voorzien, het liefst met een hechte samenhang tussen wonen en zorg. Diverse experts bepleiten terecht dat we minder moeten kijken naar ‘stenen’ en meer naar het sociale aspect. Dus niet ‘zorgwoningen ontwikkelen’, maar wijken of buurten ontwikkelen, kortom leefomgevingen, waar senioren geïntegreerd zijn in het dagelijks leven van de buurt en daarmee hun omgeving iets wezenlijks te bieden hebben.
We zullen dit voorjaar echt alle woningprogramma's moeten bezien op de huidige realiteit. Het moet echt gebeuren. Zeker nu de woningnood zo schrijnend hoog is
Herprogrammeren naar het betaalbare segment
We worden als markt geconfronteerd met het feit dat de huidige verkoopresultaten laten zien dat we inmiddels in een nieuwe realiteit zijn beland; overigens langverwacht, want al een jaar of vijf is nauwelijks aandacht geschonken aan de vraag naar huur- en koopwoningen voor inkomens van 1 tot 2,5 keer modaal. We zullen onze huidige ontwikkelingsprogramma’s op gebieds- en op projectniveau moeten aanpassen naar juist deze doelgroepen. Dit vraagt veel creativiteit, maar vooral inzet en daadkracht. Deze urgentie lijkt nog niet daadwerkelijk tot iedereen in de sector doorgedrongen te zijn, maar we zullen echt in dit voorjaar alle woningprogramma’s moeten bezien op de huidige realiteit en het perspectief op de middellange termijn. Dit dient naadloos aan te sluiten op het voorgestelde beleid van minister De Jonge. Net als de minister ben ik ervan overtuigd dat we dit kunnen. En het moet ook echt gebeuren. Zeker nu de woningnood zo schrijnend hoog is.