Terug naar de tekentafel #4: ontwerpkracht die schalen verbindt
Hoe gaat het met jullie bureau Architectuur MAKEN?
'Dank je wel - het gaat erg goed. We bestaan nu zes jaar. Daarvoor waren we ook actief als ontwerpers. In ben in 2012 afgestudeerd en heb daarna onder meer een aantal jaren bij Groosman gewerkt. Het precieze begintijdstip van ons bureau is enigszins diffuus; Ferry en ik zijn naast ons werk een eigen huis gaan bouwen in de binnenstad van Rotterdam, vlakbij het Centraal Station. Daar kwamen nieuwe projecten uit voort waarop we tegen elkaar zeiden: zullen we nu dan maar een bureau beginnen? In het begin groeide dat snel en de laatste tijd gebeurde dat opnieuw. Inmiddels zijn er een 15-tal medewerkers actief.'
En jullie portefeuille maakt een vergelijkbare beweging door?
‘Jazeker. Het werk komt op verschillende manieren bij ons. Veel particulieren wisten ons te vinden, nadat ons eigen huis in de belangstelling kwam te staan. Maar we winnen ook de nodige tenders en krijgen werk uit architectenselecties. Bijzonder blij zijn we met de recente opdrachten voor twee basisscholen. Dat is echt supergaaf. We maken hiermee onze visie op duurzaamheid beleefbaar voor de nieuwe generaties.’
Ontwerpers hebben referenties nodig. Hoe lukte het jullie opdrachten binnen te halen?
‘Ik denk een beetje geluk en ook een aansprekend verhaal. Beide projecten zaten onder de aanbestedingsgrens waardoor wij mee konden doen aan de selectieprocedure zonder per se zoveel m2 schoolgebouw te hebben gebouwd. En de uitvraag voor de School voor Klimaat, Water en Groen sloot één op één aan op onze visie op duurzaamheid. Wij hebben die visie heel precies geformuleerd en dat sloeg aan bij de opdrachtgevers.’
Wij hebben de visie op duurzaamheid heel precies geformuleerd en dat sloeg aan bij de opdrachtgevers
Het heeft een zekere overeenkomst met de kans die jullie grepen in de Rotterdamse binnenstad. Met als doel te verdichten in een kleine korrel en architectuur en stedenbouw met elkaar te verbinden.
‘Het bouwen van ons eigen huis in het Oude Westen, in de Gouvernestraat, heeft onszelf overtuigd: wij kunnen dit aan. Terwijl de aanleiding eigenlijk heel toevallig was: we liepen rond in deze wijk, die heel centraal is gelegen maar wel een slecht imago had. We vroegen ons af: hoe verdichten we hier de stad en verbeteren we tegelijkertijd het stedelijk weefsel en maken de stad daarmee ook mooier? En dat lukte. Op een heel beperkte footprint van 4 bij 8 m, op elke verdieping een andere indeling en met een bijzonder materiaalgebruik. Zo zijn de bakstenen gemaakt uit resten van oude toiletpotten en ander sloopafval uit de keramische-, glas en- isolatie-industrie. Toen dat huis, dat we de Gouverneur hebben gedoopt, in de media werd belicht, kwamen ineens particuliere opdrachtgevers naar ons toe: of we voor hen ook een huis konden ontwerpen. En we kregen van veel mensen de vraag of het huis niet te klein voor ons was en of ze het mochten kopen. Maar nee, het past ons nog steeds heel goed. Het is weliswaar compact, maar de stad is onze woonkamer. Dat is onze manier van wonen.’
De fascinatie om het kleine met het grote te willen verbinden. Je bouwt een eigen huis met bijzondere details en transformeert tegelijkertijd de stad.
‘Het verbinden van die schalen vind ik inderdaad heel interessant. Daar maken we nog steeds een groei in door. Hoe verbinden we de belevingswereld van de individuele mens met de grote opgaven? Welke beeldtaal gebruiken we daarvoor? De hergebruikte baksteen van de Gouverneur is op zich een mooi detail, maar hij staat tegelijkertijd voor iets voor groters; een pilot om anders met materiaalgebruik om te gaan. Zo proberen we duurzaamheid te verweven in alles wat we doen. Op een voor iedereen begrijpelijke manier, van kinderen tot en met volwassenen.’
Jullie energie komt voort uit een soort rebelse veranderingsdrift?
‘Wij zijn geen mensen die zich losmaken van de wereld en bijna profetisch onze visie uitdragen. Wij werken heel erg samen met anderen, om zo van binnenuit het systeem te veranderen. Pioniers zijn ook hard nodig, maar ons bureau probeert eerder aan de grote massa te duwen. We willen impact maken in de grote groep. Duurzaamheid is voor ons dus ook een manier om in een proces dingen voor elkaar te krijgen, door anderen te stimuleren en innovaties aan te dragen. We verweven bestaande duurzame ambities met niet-duurzame ambities binnen hetzelfde project waardoor het totaal wat wij willen bereiken met een gebouw of een project beter haalbaar wordt. Het zelf uitstralen van enthousiasme is daarbij van groot belang. Duurzame projecten realiseren en bouwen met de natuur is vooral ook leuk en komt zeker niet alleen voort uit stress of het gevoel dat het voortbestaan van de mensheid acuut bedreigd wordt. Al maken we ons wel zorgen natuurlijk.’
Het ambachtelijke speelt in jullie architectuuropvatting een belangrijke rol, het maken van architectuur. Schoonheid en duurzaamheid worden beleefbaar en tastbaar.
‘Niet voor niets hebben we de naam van het bureau daarmee verbonden. Omdat we niet echt op één moment zijn gestart, was dit onze werknaam. Inmiddels zijn we ervan gaan houden en blijft hij gehandhaafd. Maken is wat we doen, daarmee laten we zien dat het anders kan. Ook hier heeft het bouwen van ons eigen huis een belangrijke rol gespeeld. We waren opdrachtgever, ontwikkelaar, eindgebruiker en nieuwe buren ineen! Zo leer je wat je eigen impact is. Toen de heipalen de grond in werden gedreven, had ik dat gevoel heel sterk: ik heb het bedacht, ik betaal het en ik ga erin wonen. Daarvoor had ik geen duidelijk beeld van mijn rol in relatie tot duurzaamheid, dit woonhuis heeft dat veranderd.’
Wanneer mensen trots zijn op duurzame ontwerpingrepen gaan ze daar ook anders mee om. Wij hopen dat het uiteindelijk zelfs tot een ander gedrag leidt
Als ontwerpers iets kunnen, dan is het vormgeven, visualiseren, materialiseren én realiseren. Instrumenten waarmee ze hun verhaal kracht mee bij kunnen zetten.
‘Na de oplevering van dit woonhuis hebben we ons daar met volle kracht op gestort, zodat het niet alleen iets is van Ferry en Nina maar van het hele bureau. Iedereen moet het verhaal na kunnen vertellen en daarom besteden we bewust veel tijd om dit samen te formuleren. Bij de start van ieder nieuw project leggen we vast wat we willen bereiken, welke winst we kunnen boeken – bijvoorbeeld op het gebied van klimaat en energie. Dat zijn dan de kernwaarden waar we voor gaan. En die we vervolgens in het proces ook delen met de partners met wie we samenwerken. Wij vinden die dialoog heel belangrijk. Mooi voorbeeld is de samenwerking met architectenbureau Arons en Gelauff; we wonnen met hen een tender voor een woongebouw op de Lloydpier en dat verliep heel positief. Wij werkten aan een zelfstandig deel van het project waar we vorm gaven aan onze ideeën over onder meer circulariteit en klimaatadaptatie. We bouwen daar pal aan de Maas, dat is letterlijk een bijzonder klimaat – hoe combineren we dat met het comfortabel wonen voor de bewoners? Overigens passen we die insteek ook toe in de bestaande woningvoorraad. In Breda onderzoeken we voor een woningcorporatie de gevolgen van klimaatverandering voor 3 projecten. Er staan 2,2 miljoen sociale huurwoningen in Nederland, hoe kunnen we die voorbereiden op toenemende hittestress, door het klimaat dat nu al verandert? Dat zijn zeer relevante opgaven. Dat vinden wij inspirerend: werken voor opdrachtgevers die net even een stapje meer willen zetten.’
De identiteit van jullie bureau is met een aantal thema’s te verbinden, maar met welk ‘veld’ willen jullie het liefst geassocieerd worden?
‘Wij hechten heel sterk aan het veranderen vanuit hetgeen er al is, het bestaande. In die zin zijn we een low-tech bureau. Daarbij hebben we inmiddels een behoorlijke ervaring opgebouwd in woningbouw, op uiteenlopende schaalniveaus. Ik merk dat daar veel ingesleten gewoontes zijn. Het is lastig om dat te veranderen en blokkades te doorbreken. Zelfs kleine stappen zetten, is soms al ingewikkeld. Maar we proberen het wel, zoals bij de ontwikkeling van collectieve woonvormen. En dan niet alleen in de hogere prijsklassen, maar ook in de betaalbare segmenten. Zodat het “samen wonen” voor iedereen bereikbaar wordt en in een woonomgeving waarin ontmoeting centraal staat. Ook de symbiose van duurzaamheid en schoonheid is eigen aan ons bureau: de duurzaamheid van schoonheid maar ook de schoonheid van duurzaamheid. Wanneer mensen trots zijn op duurzame ontwerpingrepen gaan ze daar ook anders mee om. Wij hopen dat het uiteindelijk zelfs tot een ander gedrag leidt.’
Architecten zijn vaak kritisch op de huidige bouwsector. Zou je ook aan de touwtjes van het systeem als geheel willen trekken?
‘Ik ben dat nog aan het uitvogelen. Een ding weet ik al wel: de overheid mag wat mij betreft een grotere rol pakken. Bijvoorbeeld door de introductie van een CO2-belasting. Daarmee wordt de consument verleid geld aan goede producten uit te geven. Ik kan me er behoorlijk druk maken over dat ons economische systeem helemaal mis is. Dat zou ik graag veranderen. Door CO2 te belasten, worden we ook gestimuleerd om anders te gaan bouwen en anders met materialen om te gaan.’
Je bent als jonge vrouw werkzaam in een mannenwereld, heb je de ambitie om daarin een voorbeeldfunctie te vervullen?
‘Ik gedij goed in die wereld. Ik maak mij druk wanneer anderen er last van hebben. Vrouwen die daardoor niet zichzelf kunnen zijn. Maar verder laat ik het van me afglijden. Ik weet zeker niet alles en durf daarom gewoon vragen te stellen. Ik laat gerust ook mijn zwaktes zien. En ik heb zeker niet de behoefte om per se vrouwelijke of juist mannelijke architectuur te maken. Binnen ons jonge team is het evenmin een thema. Ik vind het veel belangrijker om als werkgever ervoor te zorgen dat onze mensen een ontwikkeling kunnen doormaken. Het begrip “eigenaarschap” is daarbij heel belangrijk: dat willen we aan iedereen geven. Anders hadden we het bureau beter Studio Ferry & Nina kunnen noemen.’
Tot slot: hoe kijk je tegen de toekomst aan? Heb je daar al een beeld van?
‘Ik vind dat ingewikkeld. Het bureau in deze omvang hebben we pas sinds kort, moeilijk om te zeggen hoe die evolutie verder gaat. Uit de crisis hebben we geleerd dat we flexibel moeten zijn in ons ondernemerschap. Daarom ben ik zo blij met die scholen, dat verbreedt ons portfolio. Ik weet wel dat het ons niet om de omvang van projecten gaat maar eerder om de kleine veranderingen die we teweegbrengen en stiekem voor mensen heel veel betekenen.’
Over Terug naar de tekentafel
Ontwerpers zijn de voelsprieten van de samenleving. Ze zien en ontdekken nieuwe wegen, geven dit vorm, lang voordat de wereld er zelf aan toe is. Maar wat betekent dit voor hun dagelijkse werk? Vinden ze door hun ervaring vanzelf nieuwe wegen of geven ze het vroegtijdig op bij gebrek aan belangstelling? In ‘Terug naar de tekentafel’ portretteert Patrick van der Klooster een aantal topontwerpers. Van der Klooster stapte in 2019 over vanuit de architectuurpraktijk naar gebiedsontwikkeling bij BPD. Vanuit de oprichting van BPD Studio in 2019 waar hij leiding aan geeft, gaat hij op zoek naar de agenda van ontwerpend Nederland. Dat levert inspirerende en betrokken gesprekken op. Van der Klooster spreekt onder meer met Michiel van Driessche (Felixx), Jolijn Valk (Urban Echoes), Daan Roggeveen (MORE Architecture) en Nina Aalbers (Architectuur MAKEN) en ziet een gezamenlijke nieuwe agenda ontstaan.