Verdichten én vergroenen
‘Ik vind Utrecht een interessante stad, zowel ruimtelijk als ook sociaaleconomisch met haar focus op gezondheid en life-sciences. Het is een stad waar wij al lange tijd volop actief zijn. Het stadsdeel Leidsche Rijn, daar hebben veel BPD’ers met hart en ziel aan gewerkt in de Vinex-tijd. Ook toen was er sprake van veel ambitie in de ruimtelijke ordening: in en bij de stad moesten grote woongebieden worden gemaakt. Ook toen gebeurde dat met een integrale aanpak waarin breder werd gekeken dan alleen het wonen. Leidsche Rijn beoordeelt Agricola in dit verband als een geslaagd voorbeeld van ‘een volwassen stuk stad’. Leidsche Rijn haalde alle boekjes en ook vele debatten, tot op de dag van vandaag. Vaak gaat het over de vraag of het stedenbouwkundig niet veel compacter of stedelijker had gemoeten. Agricola daarover: ‘Er wordt hier goed gewoond, er is een buitgewoon royaal park van Adriaan Geuze, en er zijn inmiddels ook talloze voorzieningen zoals rondom dit station. Er is gedurfd omgegaan met nieuwe woningtypes en architectuur maar ook met de inrichting van de openbare ruimte. Naarmate de wijk ouder wordt, komt dat letterlijk en figuurlijk tot volle bloei.’
Bestaande stad
Wederom ligt er momenteel in Utrecht een grote woningbouwopgave voor, die bovendien duurzaam en betaalbaar gerealiseerd moet worden. Agricola schildert de uitdaging: ‘60.000 woningen toevoegen tot 2040, met een forse nadruk op de bestaande stad. Met daarbij als richtinggevend principe de “10-minuten stad”, waarin alles voor wandelaars en fietsers op korte afstand bereikbaar is. En met gezondheid als ander belangrijk leidmotief.’ De gemeente bewaakt dit gedachtengoed met verve, zo signaleert Agricola. ‘En dat levert soms ook de nodige spanningen op, merk ik. Verdichting kan bijvoorbeeld niet zonder vergroening. Weliswaar ben je in Utrecht snel buiten maar we zullen ook in stedelijk gebied zelf groen en blauw moeten toevoegen. En dan niet alleen leuk groen op de gevels van nieuwe gebouwen. Zeker in de afgelopen tijd met corona hebben we gezien dat mensen behoefte hebben om aangenaam buiten te kunnen verblijven. De mensen die nu in de stad wonen, begrijpen dat er woonruimte bij moet komen. Maar niet ten koste van de open ruimte. Daar zullen we met elkaar heel scherp op moeten zijn. Ook ten aanzien van het beheer van de openbare ruimte: hoe gaan we dat organiseren? Het publieke domein in de stad wordt steeds intensiever gebruikt, het is de vraag of de gemeente dat in haar eentje allemaal goed kan borgen.’
Met de omgeving
In het verlengde hiervan betitelt de BPD-regiodirecteur het overleg met de buurt als een zeer belangrijk aspect in de stedelijke ontwikkeling: ‘We zien dat bijvoorbeeld bij de locatie Oudenoord, waar we naast woningen ook onder meer een hotel en shortstay ontwikkelen. Daar hebben we een lang en intensief traject met de buurt achter de rug. Het is een gemengde volksbuurt waar we al snel de bekende spanning voelden. Er vindt vernieuwing en vooruitgang plaats maar omwonenden vragen zich terecht af: wat hebben wij er voor voordelen bij? Wat levert dit plan ons op?’ De vraag is van alle tijden, aldus Agricola. ‘Iedere ontwikkelaar heeft hiermee te maken en dat is ook een van de fascinerende kanten van ons vak. Het gaat om lange trajecten waarbij we met onze projecten heel dicht bij de leefomgeving van mensen komen, zeker in de bestaande stad. Dat vergt een grote zorgvuldigheid en een goed oog voor wat er in de buurt leeft. Vaak zijn dat ook weer heel diverse belangen.’
Sociaal terugbouwen
Kijkend naar de huidige betrokkenheid van BPD bij Utrecht ziet Esther Agricola een breed palet aan projecten en vraagstukken. Zo wordt er bijvoorbeeld intensief samengewerkt met woningcorporatie Mitros bij de aanpak van het naoorlogse woongebied Overvecht. ‘We maken daar nu afspraken over hoe we in dit gebied heel bewust sociale huurwoningen vervangen door middenhuurwoningen. Daar staat tegenover dat we op andere plekken in de stad juist sociale woningbouw toevoegen. Zo kunnen we op gebiedsniveau een gedifferentieerd woningaanbod realiseren.’ Een van de plekken waar bijvoorbeeld extra betaalbaar wordt teruggebouwd is De Nieuwe Defensie, de gebiedsontwikkeling tussen het Jaarbeursterrein en de Merwedekanaalzone. ‘Bovenop de reeds verplichte 120 sociale huurwoningen voegen we daar 350 betaalbare woningen toe; 100 sociaal, 100 middenhuur en 150 betaalbare koop. Het leidt niet tot extra verdichting omdat we daadwerkelijk vierkante meters die eerst bestemd waren voor de vrije sectorkoop nu omzetten naar het betaalbare segment. Dit soort oplossingen draagt naar mijn idee echt bij aan de inclusieve stad. Dat lukt niet op het schaalniveau van individuele projecten maar wel als we daar afspraken over maken met onze partners die, net als wij, langjarig aan de stad zijn verbonden.’
Laat de marktsector maar met innovatieve concepten komen waarin rood, groen en blauw op een duurzame manier samengaan
Plinten inzetten
In de samenwerking met Mitros voor Overvecht komen niet alleen de woningen aan bod: ‘Zo ontwikkelen we in het project in de plint van een woongebouw enkele kleine bedrijfsruimten zodat bewoners uit de buurt hier een eigen onderneming kunnen beginnen. Ook krijgt de buurtvader een plekje in het gebouw, dat uitkijkt over het plein. Bewoners kunnen bij hem terecht voor een praatje en een kop koffie. Tegelijkertijd heeft de buurtvader ogen op het plein. Wij vinden dat we een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben om hieraan bij te dragen. En samen kun je nu eenmaal meer bereiken.’ Zorg, sport, onderwijs, cultuur: het zijn functies die in de stad niet mogen ontbreken, uit sociaalmaatschappelijk oogpunt. De komende jaren kunnen de medewerkers van BPD hier nog ruimschoots hun energie in steken, verwacht Agricola: ‘De transformatieopgave van het bestaande vastgoed in de stad is gigantisch. Op allerlei gebied is er aandacht nodig: sociaal, qua energie en isolatie, op het gebied van wooncomfort. We leggen in Nederland de laatste tijd voortdurend de aandacht op die kleine miljoen woningen die nieuw gebouwd moeten worden, maar laten we zeker de woningen niet vergeten die er nu al staan.’
De stadsrand
Tot slot nog een prangende vraag over waar de komende jaren in Utrecht gebouwd kan worden. Gaat de stad het puur en alleen redden met binnenstedelijke locaties? En is het tempo hoog genoeg om te voldoen aan de grote maatschappelijke vraag naar woonruimte? Esther Agricola is duidelijk: ‘Op korte termijn kunnen we het niet waarmaken, met louter de focus op bouwen in de bestaande stad. We zullen daarom ook moeten kijken naar de mogelijkheden die de stadsranden ons bieden. Wij hebben de overtuiging dat woningbouw samen kan gaan met het geven van een boost aan groen en landschapskwaliteit. Op dat punt is in Nederland de laatste tijd zoveel kennis ontwikkeld, zowel bij ontwikkelaars als ontwerpers. Laten we die knowhow inzetten.’ Ze roept lokale en provinciale overheden op om marktpartijen uit te dagen: ‘Laat de marktsector maar met innovatieve concepten komen waarin rood, groen en blauw op een duurzame manier samengaan. Dan kunnen we de discussie met elkaar op een gefundeerde manier aangaan: wat gaat er verloren en wat krijgen we er met elkaar voor terug?’
Dit artikel verscheen eerder in VG Visie.