'Conceptmatig bouwen werkt alleen als iedereen meedenkt'
'Dat we voor een enorme woningopgave staan, hoef ik niet te vertellen. Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wil voor 2030 900.000 extra woningen bouwen. Daarvan moet twee derde een betaalbare koop- of huurwoning zijn. Dit vraagt om creatieve oplossingen, die ervoor zorgen dat we efficiënter, betaalbaarder en duurzamer kunnen bouwen. Conceptmatige woningbouw, waarbij wordt gewerkt met een gestandaardiseerd product, biedt hierin volop kansen. Door gebruik te maken van woningconcepten die bouwbedrijven door en door kennen, kunnen zij efficiënter werken. Gebiedsontwikkelaars als BPD kunnen zich vervolgens richten op onze primaire taken: placemaking, programmering, inrichting en kwaliteitsverbetering van het totale gebied. Er gaat namelijk veel minder tijd verloren aan controle en afstemming. En bewezen plattegronden en opties hoef je niet steeds opnieuw te bedenken. Zo kunnen beide partijen doen waar ze het best in zijn.
Afstemming essentieel
Dat gaat niet zomaar. Bij conceptmatige woningbouw is een goede afstemming tussen alle betrokken partijen essentieel. Dat begint bij het stedenbouwkundig plan en het beeldkwaliteitsplan. Hoewel de mogelijkheden om te variëren talrijk zijn, zijn sommige details bij conceptmatige woningbouw lastig realiseerbaar en kostenverhogend. Ontwikkelaars, stedenbouwkundigen en gemeenten moeten zich daarom afvragen: is het echt nodig om midden in een woningblok een volledig afwijkend huis te realiseren? Of om woningen verschillende verdiepingshoogtes te geven? Tegelijkertijd moeten bouwbedrijven niet te star zijn in hun woningconcepten en proberen zo veel mogelijk tegemoet te komen aan vragen vanuit de markt – mits die realiseerbaar zijn natuurlijk. Is die afstemming eenmaal rond, dan zijn de voordelen ten opzichte van traditionele bouw talrijk.
Voordelen conceptmatige woningbouw
Conceptmatige woningbouw is financieel aantrekkelijk vanwege het gestandaardiseerde ontwerp, de lagere ontwikkelingskosten en een bouwproces dat voorspelbaar is, zonder onaangename verrassingen. In korte tijd kunnen meer woningen worden gebouwd. Conceptmatig bouwen biedt bovendien volop mogelijkheden op het gebied van duurzaamheid; denk bijvoorbeeld aan woningconcepten die volledig demonteerbaar of volledig van hout zijn. En niet onbelangrijk: de toekomstige bewoner krijgt een kwalitatief hoogwaardige woning, met alles erop en eraan.
Dan de hamvraag: hoe gaat dit uiteindelijk leiden tot woningen die ook daadwerkelijk betaalbaarder zijn? Lagere ontwikkelingskosten betekenen immers niet automatisch een lagere marktwaarde. Ik geloof dat de oplossing niet bij één partij ligt, maar bij de gehele keten. Het slim programmeren van woningtypes en -groottes in de gebiedsontwikkeling speelt een even belangrijke rol. Zo maakt seriematige woningbouw het voor ontwikkelaars aantrekkelijker om ook kleinere (en daarmee betaalbaardere) woningen te realiseren. Conceptmatig bouwen biedt kortom volop mogelijkheden, mits alle partijen bereid zijn om over hun eigen grenzen heen te kijken.'