'De mobiliteitsbehoefte verandert de komende jaren'
Het openingsstatement van Henk Meurs zet gelijk de toon: ‘Met de ervaringen van de Vinex-locaties in het achterhoofd maak ik me zorgen of de nieuwe generatie woongebieden op tijd ontsloten zal zijn. Er wordt veel druk uitgevoerd om vooral heel snel te bouwen maar holt het vervoer daar dan weer achteraan?’ Henk Meurs plaatst de mobiliteitsopgave in Nederland nadrukkelijk tegen de achtergrond van de bouw van 1 miljoen woningen: ‘Daar zitten politieke keuzes aan vast. Wat vinden we met elkaar belangrijk? Gaan we inbreiden of uitbreiden? En wat betekent dit voor de infrastructuurontwikkeling?’
Het zou goed zijn om tot een integraal pakket van bouwen en infrastructuur te komen, zo geeft Meurs aan: ‘Ik weet dat het lastig is omdat infraplannen vaak heel lang duren maar we zouden tot een gecombineerde afweging moeten komen. De Rijksoverheid is aan zet om daar scenario’s voor te ontwikkelen. Waar wordt de nieuwe generatie verstedelijkingslocaties gesitueerd, wat kan de huidige infrastructuur bieden en wat vergt het aan nieuwe infrastructuur? Die drie aspecten moeten tegen elkaar worden afgewogen. En stippel vervolgens een heldere koers uit. Geef duidelijk aan wat de kaders zijn voor infrastructuur en vervolgens worden marktpartijen geprikkeld om creatief te zijn. We zijn in dit land van het polderen maar dat is niet altijd even handig.
De organisatie van het geld is een belangrijk aandachtspunt. Voorheen was de gedachte: bouwen levert geld op, infrastructuur kost geld. Dat beeld klopt echter niet meer
Transformatie van de steden
Daar komt bij dat de mobiliteitsbehoefte in Nederland de komende jaren gaat veranderen, zo verwacht Meurs: ‘We gaan een transformatie van onze steden meemaken. Je kunt je zelfs afvragen of de trek naar de steden niet zijn langste tijd heeft gehad. Er wordt straks meer thuis gewerkt, kantoren zullen voor een deel leeg komen te staan. Bij winkels hebben we die ontwikkeling al eerder gezien: online winkelen zorgt voor leegstand in de binnenstad, versneld door corona. Ook daar ligt een stevige planningsopgave voor de overheid. Parkeerplaatsen worden overbodig, deelmobiliteit doet haar intrede: de ruimte die dat oplevert, kan voor andere dingen worden ingezet.’
Een vraag die zich daarbij aandient: hoe worden de noodzakelijke investeringen betaald? ‘De organisatie van het geld is een belangrijk aandachtspunt. Voorheen was de gedachte: bouwen levert geld op, infrastructuur kost geld. Dat beeld klopt echter niet meer. Zonder bereikbaarheid ontstaan er geen bouwmogelijkheden', aldus Meurs. ‘In die zin kun je dus ook strategisch sturen met onbereikbaarheid. Waar je niet kunt komen, ontstaat ook geen druk op de markt.’
Integrale financiering
Hij gelooft daarom dat we tot een integrale financiering van infrastructuur en opstalontwikkeling moeten komen. ‘Bij de A10 op de Zuidas in Amsterdam is het niet gelukt maar in Maastricht bij de overbouwing van de A2 en eerder bij Sijtwende in Voorburg wel. Door publieke en private investeringen te bundelen, werd het daar mogelijk om tot een samenhangende oplossing te komen. De crux is: waar landt de waardecreatie die het gevolg is van de verbeterde infrastructuur? Idealiter is dat bij de partijen die ook investeren in de nieuwe situatie. Dat vraagt om nieuwe modellen.’