Natuur en biodiversiteit versterken met gebiedsontwikkeling
Hij komt ze nog weleens tegen. Mensen die denken dat ontwikkelaars en bouwers onze mooie Nederlandse landschappen vernietigen. Door stenen woonwijken uit te rollen over prachtige weilanden. Zo is het inderdaad gegaan in een grijs verleden, maar inmiddels leven we in het groene heden. ‘Kijk naar het Stadhouderspark in Vught,’ zegt Rens de Boer. ‘Een nieuwe wijk waar oude bomen zijn behouden. Of Kerkebosch in Zeist. Of Zuiver Bosrijk. Ontwikkelen gaat nu gepaard met behoud van waardevolle landschappelijke elementen. De transformatie van landschap naar woonlandschap kan de biodiversiteit zelfs bevorderen.’
Vragen voor goede afwegingen
De Boer is sinds juni 2023 bij BPD in werkzaam als adviseur Natuur & Landschap en opgeleid als ecoloog. Hij woont in Rotterdam, in een groene wijk, met uitzicht op de fantastische skyline van de wereldstad. ‘Ik ben een stadsmens én ik houd van de natuur.’ Dat maakt hem geknipt voor deze functie, waarin hij de wereld van ontwikkelen en bouwen kan verenigen met de wereld van planten en dieren. ‘Ik heb op verschillende plekken gewerkt, onder andere bij Bureau Stadsnatuur Rotterdam, waar ik meewerkte aan een handleiding Natuurinclusief ontwerpen. Mijn collega’s bij BPD help ik nu door mijn kennis van ecologie. Samen met hen kijk ik naar onze plannen. Ik lever kennis, ik geef advies – in het besef dat elk plan het resultaat is van een lange reeks onderhandelingen en complexe afwegingen. Ik stel dus vooral vragen. Heb je hieraan gedacht? Kunnen we daar misschien iets doen? De bedoeling is dat ontwikkelaars die vragen op den duur aan zichzelf gaan stellen, of aan hun gemeentelijke gesprekspartners.’
Aanjager van landschappelijke kwaliteit
Ook vóór juni 2023 was er bij BPD al aandacht voor natuur en landschap, maar inmiddels wordt iedere gebiedsontwikkeling beschouwd als een aanjager van landschappelijke kwaliteit en duurzame transities, met volop aandacht voor klimaatbestendigheid, biodiversiteit, stadsnatuur en groene openbare ruimte. ‘BPD heeft een belangrijke positie,’ zegt De Boer hierover. ‘Daarom ben ik er ook gaan werken. Bij ons komen allerlei lijnen samen: landschapsontwerp, stedenbouw, wonen, klimaatadaptatie. We hebben een sleutel in handen, hier worden belangrijke beslissingen genomen. Die beslissingen worden beter als je veel kennis hebt – onder andere van ecologie – en allerlei belangen goed tegen elkaar kunt afwegen.’
Wie denkt dat BPD een ecoloog in dienst heeft voor de bühne – en soms wordt ook dat nog weleens gedacht – heeft het dus helemaal mis. De Boer: ‘Ik ben er niet om losse probleempjes op te lossen, ik denk fundamenteel mee. Hoe kunnen we onze groene ambities in dit specifieke project écht waarmaken? Antwoord: dat is telkens anders. Maar er zijn altijd kansen om natuur en landschap te versterken. Ja, dat is soms moeilijk en je kunt ervan uitgaan dat er discussies komen. Over de beschikbare ruimte, over de te verwachten kosten van het gemeentelijk groenbeheer, over wat mensen ervan zullen denken. Bewoners die altijd een strak gemaaid gazon gewend waren, vinden een natuurlijke, wilde openbare ruimte, of een parkeerplaats met grasbeton, soms nogal slordig.’ Hij voegt eraan toe dat het behoud van het bestaande groen ook een andere kant heeft. ‘Als je een mooie oude boom laat staan, is dat niet alleen goed voor de natuur. Het voegt ook financiële waarde toe. Een huis wordt dan gewoon meer waard.’
Doen we genoeg?
Doen we eigenlijk genoeg? Ofwel: is één ecoloog voldoende voor deze ambitie? De Boer: ‘We kunnen altijd meer doen, maar ik stel vast dat de overtuiging er is bij collega’s. En bij veel gemeenten ook. We streven naar het maximale, in het besef dat we niet overal een tien kunnen scoren. Ik vind dat we er goed in slagen om onze ambitie waar te maken. En dat komt onder andere door collega’s en samenwerkingspartners behalve van kennis ook van goede en handige gereedschappen te voorzien. Eén daarvan is het Beoordelingskader Basiskwaliteit Natuur in gebiedsontwikkelingen. Dit instrument is ontwikkeld door BPD samen met Naturalis. Het geeft ontwikkelaars antwoord op vragen als: ‘Hebben we voldoende gedaan voor biodiversiteit in dit plan?’ en: ‘Heb ik een kans gemist?’
De Boer: ‘Het is een belangrijk middel om de achteruitgang van de natuur te volgen en te stoppen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat soorten die nu nog algemeen zijn – zoals de merel en de huismus – ook algemeen blijven en niet verder achteruitgaan? Het antwoord pakt in de stad anders uit dan erbuiten, op de Waddeneilanden anders dan in Limburg. Voor ons is het een belangrijk instrument. Met het beoordelingskader in de hand kunnen we nog beter de condities scheppen die ervoor zorgen dat we niet door cruciale ondergrenzen zakken.’ En daarmee zouden gebiedsontwikkelaars zomaar kunnen uitgroeien tot belangrijke natuurbeschermers. Wie had dat ooit gedacht?
Tot slot de hamvraag. Hoe duur is dit? Wonen bereikbaar en betaalbaar houden is immers óók een doel voor BPD, zo niet het belangrijkste. Is het moeilijk om ‘groen’ en ‘betaalbaar’ bij elkaar te brengen? De Boer: ‘Welnee. Er zit al grote winst in laaghangend fruit. Dat kun je vaak plukken zonder extra kosten. Vaak ligt er bijvoorbeeld al openbaar groen. Daar kun je meer mee dan je denkt. En ga je aan de slag in een uitleglocatie, dan is daar vaak veel groene ruimte waarmee je geweldige dingen kunt doen voor de biodiversiteit. Maar je moet de mogelijkheden dan wel zien.’
Over Basiskwaliteit Natuur in gebiedsontwikkeling
Met Basiskwaliteit Natuur wordt een minimumniveau voor biodiversiteit in een gebied bedoeld. Maar wat betekent Basiskwaliteit Natuur in een stedelijke context en hoe draag je als gebiedsontwikkelaar bij aan het vergroten van biodiversiteit en het versterken van natuurwaarden? BPD en Naturalis beantwoorden deze vraag met het Beoordelingskader Basiskwaliteit in gebiedsontwikkeling. Het onderzoek resulteerde in een overzicht met vijf aandachtspunten en een toetsingskader waarmee de invloed van woningbouwprojecten op biodiversiteit kan worden gemeten en gebiedsontwikkeling nog meer kan bijdragen aan natuurherstel.