Wonen als motor voor ruimtelijke ontwikkelingen
De grote verstedelijkingsopgave van het afgelopen decennium, de dwingende duurzaamheidsvereisten en internationaal afgesproken klimaat- en natuurdoelen, vereisen aangepaste politieke ambities. Dan maar met mogelijk wat minder gedragen keuzes, want we blijven hangen in discussies als binnen en buiten de stad, of over de benodigde woningaantallen. In het huidige en recent voorgestelde Ruimtelijke Ordeningsbeleid blijft de focus op verdere binnenstedelijke verdichting van de grote steden in de Randstad, dat plaats moet vinden door transformatie van havens en industrieterreinen. Van de totale woningopgave zou twee derde binnenstedelijk kunnen worden opgelost. Dit betekent dat nieuw woningaanbod voornamelijk uit appartementen zal bestaan. Slechts een derde wordt gerealiseerd aan de randen van de stad en pas nadat er binnenstedelijk geen mogelijkheden meer zijn. Met de ervaringen van dit beleid (‘ladder voor duurzame verstedelijking’) betekent het dat we opnieuw de komende vijf tot zeven jaar keuzes voor ons uitschuiven. Extra schrijnend, nu beschikbaarheid en bereikbaarheid van wonen zo onder druk staan.
Sturen op output
Als BPD vinden we het voorgestelde beleid weinig doelmatig en resultaat gestuurd. Woningontwikkeling wordt zeer sterk afhankelijk gemaakt van continue en zeer grote subsidiestromen van jaarlijks vele miljarden euro’s die tegelijkertijd matig uitvoerbaar zijn in zowel realisatie- als proceduretijd. Ondertussen krijgen grote groepen mensen financieel geen toegang tot de woningmarkt, laat staan tot de woning die zij wensen. 80% van de woningzoekenden geeft de voorkeur aan een grondgebonden woning of een ‘groene tuinstedelijke’ omgeving. Er is dan ook sprake van een zeer, zeer hoge urgentie tot aanwijzing voor nieuwe grootschalige bouwlocaties. Waarschijnlijk ontstaan tot 2032-2035 grote tekorten aan woningen en daarmee een dramatische onbalans aan betaalbaar koop- en huuraanbod op de Nederlandse woningmarkt. Dit leidt tot onacceptabele segregatie. Symboolbeleid helpt hier niet bij. Nu moet de focus echt op het vergroten van aanbod zijn door te sturen op output.
De Nederlandse overheid zal een vernieuwde visie op de ruimte moeten ontwikkelen
In Duitsland heeft de regering inmiddels nieuwe regelgeving uitgevaardigd: Baulandmobilisierungsgesetz (wet mobilisatie bouwgrond) die moet bijdragen aan meer betaalbare woningen en sneller bouwen. Helaas zal deze nieuwe wet - na ruim drie jaar gesprekken voeren - zeer waarschijnlijk niet het beoogde resultaat opleveren. Dat wordt door veel belanghebbenden als teleurstellend ervaren. De markt is als realisatiepartner aan de kant gezet. Het gevolg: meer regels, langere procedures, minder ruimte voor marktpartijen. Gekoppeld aan de beperkte woningbouwcapaciteit van woningcorporaties, zal ook in Duitsland de woningbouwproductie zeer waarschijnlijk verder inzakken. Bij Duitse uitvoerders is de stemming dan ook voorlopig terneergeslagen.
Opgaven met elkaar verbinden
De Nederlandse overheid zal een vernieuwde visie op de ruimte moeten ontwikkelen. Een verstedelijkingsstrategie niet alleen op wonen gericht, maar geïntegreerd met de landbouw- en energietransitie alsmede het EU natuur- en klimaatbeleid. En dat kan ook. We zullen als overheid en markt deze verschillende opgaven met elkaar verbinden. Zoals we dat in Nederland al vaker gedaan hebben met bijvoorbeeld de droogmakerijen, Flevopolders en het ‘Ruimte voor de Rivier’-beleid. Wij zijn ervan overtuigd dat wonen de motor voor ruimtelijke ontwikkelingen kan worden en dat meervoudigheid de basis voor ruimtegebruik gaat zijn. Hopelijk geeft het nieuwe kabinet eindelijk gehoor aan de brede roep om meer regie in de ruimtelijke inrichting van Nederland. Het belang hiervan is groot.