Amfibisch wonen in de delta
De effecten van klimaatverandering doen zich vaker en sneller voor dan eerder gedacht. De stijgende zeespiegel maakt ons land weliswaar niet onbewoonbaar, maar zorgt er wel voor dat we het niet meer kunnen gebruiken op de manier waarop we gewend zijn. Onze huidige comfortabele manier van wonen, bouwen en leven – waarbij we amper contact of notie hebben van de identiteit van onze delta – is niet langer houdbaar. Niet-duurzame economische en stedelijke groei vergroten die urgentie om een andere koers te volgen. We zullen onze manier van wonen en bouwen dusdanig moeten omvormen dat er weer respect is voor de deltaidentiteit en er veel meer ruimte komt voor de natuur. Hoe die noodzakelijke strategie voor de (her)inrichting van ons land eruit moet zien? Dat kunnen we ontdekken door als een ontwerper de realiteit te observeren en te experimenteren met de potenties van deze werkelijkheid. Ontwerpen is uitvinden: het kan leiden tot nieuwe onderzoeksrichtingen en nieuwe oplossingen voor ruimtelijke opgaven.
Meebewegen met het water
In de betere ontwerpen voor onze toekomstige delta is de deskundigheid van alle disciplines gebundeld. Behalve met een stijgend overstromingsrisico moeten we immers ook rekening houden met uitdagingen als stedelijke verdichting, energieopwekking, zoetwatervoorraden en een afnemende biodiversiteit. Dit soort interdisciplinaire ontwerpen zullen het huidige systeem van ruimtelijke ordening, hoe we bouwen met water, en ook het architectonische ontwerp ingrijpend beïnvloeden. In de delta gaan we naar een manier van wonen toe die te vangen is onder de term ‘amfibisch’, die niet geheel nieuw is en zelfs een belangrijk kenmerk van onze cultuur. Amfibisch betekent dat je kunt meebewegen met het water, de ruimte past zich aan het peil van het water aan. We proberen dat peil niet meer te controleren.
Vijf toekomststrategieën
Dat er in de afgelopen vijftien jaar amper visies op het Nederlandse deltasysteem zijn ontwikkeld, komt doordat een nationale ruimtelijke regie ontbrak. Er werden nauwelijks plannen gemaakt. Ontwerpbureaus werkten nog vooral als consultants en zaten niet aan tafel wanneer er een programma met eisen werd vastgesteld. Ze hadden niet meer zoals vroeger een rol waarin ze het programma van een gebiedsontwikkeling kritisch konden bevragen vanuit de bestaande ruimtelijke kwaliteiten. Om de ontwerppraktijk weer een stem te geven in het nadenken over en ontwerpen van een nieuwe delta, hebben we vanuit de TU Delft samen met Deltares, Resilient Delta, PBL, Erasmus Universiteit Wageningen en vijftien praktijkpartners een ontwerpstudie opgezet: Redesigning Deltas. Hierin werden de krachten van ruimtelijk ontwerp en ingenieurskunst verenigd: wat zou er gebeuren als we met een geheel nieuw ontwerp en rekening houdend met de onzekere effecten van klimaatverandering, probeerden om de delta in Nederland veiliger, slimmer, duurzamer en betaalbaarder in te richten?
Interdisciplinair
In interdisciplinaire teams werkten stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten en waterbeheerders samen aan vijf ontwerpuitdagingen die kenmerkend zijn voor het Nederlandse deltasysteem. Vijf ‘momenten’ langs de Maas representeerden de verschillende kwaliteiten en uitdagingen van het deltasysteem als geheel, en hielden ook rekening met lokale opgaven: het heuvellandschap in Limburg, het Gelderse rivierengebied, de stedelijke polder ten noorden van Rotterdam, de haven en de stad Rotterdam en Zeeland. Dit resulteerde in vijf ontwerpstrategieën ofwel toekomstvisies voor het jaar 2120: interdisciplinaire strategieën voor leven, werk en recreatie, waarbij ook rekening is gehouden met toekomstige ecologische en sociaaleconomische uitdagingen. In de toekomstvisies is het wonen en bouwen in de Nederlandse delta niet langer een kwestie van one-size-fits-all. In plaats van het bouwrijp maken van grote nieuwe woongebieden, zal het bouwen voornamelijk in de stad moeten gebeuren. Verdichting gaat daarbij hand in hand met een gezond water- en bodemsysteem dat veel groen en hoogwaardige openbare ruimten oplevert. Ondertussen zal het bouwen buiten de stad veel meer amfibisch zijn: uitgangspunt vormt het bodemwatersysteem, dat ook in de kwaliteit van wonen voorziet.
Onze huidige comfortabele manier van wonen, bouwen en leven is niet langer houdbaar. Meer notie van de delta en het water is nodig
Eten uit de groene long
Redesigning Deltas laat zien hoe ons grondgebied anders kan worden geprogrammeerd, met respect voor het waterbodemsysteem. Maar het levert ook een dynamisch perspectief op het Nederlandse deltasysteem, met op alle schalen nieuwe manieren van wonen. Zo is ten noorden van Rotterdam de relatie tussen stad en polder onderzocht door de bureaus Zus, Flux en Sweco. Dit resulteerde in een voorstel om van MiddenDelfland een Nationaal Park te maken waarin water, voedsel en grondstoffen geproduceerd worden voor de aanliggende steden. In het ontwerp zien we een vereenvoudigd watersysteem met minder dijken, pompen en sluizen, met kansen voor het vergroten van de biodiversiteit en het leveren van grondstoffen zoals hout en voedsel. Ook biedt deze strategie een oplossing tegen wateroverlast, bodemdaling en dreigende verzilting. Door bevolkingsgroei zullen Delft en Rotterdam binnen de stedelijke contouren sterk verdichten, waardoor de behoefte aan natuur, water en schone lucht stijgt. MiddenDelfland wordt een groene long die bijdraagt aan de leefbaarheid van de sterk verdichte omgevingen langs de randen.
Maar wat dan wél?
Wonen is er zelfvoorzienend, met drijvende huizen of op palen. Er wordt net als bij de levensmiddelenproductie rekening gehouden met de natte omstandigheden. Een ander voorbeeld is het rivierengebied, dat door de bureaus BoschSlabbers, Fabrications en Tauw van een toekomstvisie is voorzien. De waterproblematiek rondom de grote rivieren is op de lange termijn heel complex door droogte, optrekkend zout water en soms toch veel afvoer. Uiteindelijk is dit niet houdbaar: het riviersysteem keert terug naar zijn natuurlijke stroom in een open route tussen achterland en zee. Het enige wat we kunnen doen is deze ‘crash’ van het systeem faciliteren door nu al ruimte te maken voor de rivier en de zee door middel van een nieuw dijksysteem aan de noord- en zuidkant van het rivierengebied. Het middengebied transformeert dan in een gebied waarin het water vrij spel heeft en het wonen een nieuwe vorm krijgt waarin we opnieuw leren leven met de seizoenen en de dynamiek van het natuurlijke systeem, bijvoorbeeld op zandige eilanden in seizoenshuizen.
Realistische oplossingen
De ontwerpen uit de Redesigning Deltasstudie zijn provocatief. Ze brengen ons buiten onze comfortzone en dwingen ons om op een andere manier naar de realiteit te kijken en anders na te denken over hoe wij ons land hebben ingericht. Door deze manier van ontwerpend onderzoek, waarbij we verschillende plannen maken en samen ‘ontwerpen’, kunnen we komen tot de noodzakelijke integrale strategie voor de (her)inrichting van ons land. Het is een manier om de protocollen die we in de afgelopen honderd jaar hebben opgebouwd, voor onze omgang met de complexe opgave van ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling, te veranderen. Want we hebben eigenlijk al niet eens meer in de gaten hoe de verschillende opgaven elkaar ingrijpend beïnvloeden. Een voorbeeld: in bouwregels is een gemeenschappelijk peil vastgelegd waarop gebouwen hun begane grond moeten situeren. Dit peil wordt elke veertig jaar van een nieuwe zandlaag voorzien om de bodem te stabiliseren en de ontwatering van 1,20 meter te borgen. Door bodemdaling en daarmee een relatief stijgend grondwaterpeil kan dit niet meer honderden jaren in stand gehouden worden. In steden als Gouda zien we al dat ze tegen de grenzen van het beheersysteem aan lopen. De huidige bouwregels zijn gebaseerd op het controleren van het bodemwatersysteem, en daarmee staan ze het ‘anders doen’ – met een geheel nieuw ontwerp – in de weg. Willen we het wonen in de delta een klimaatadaptieve, duurzame toekomst geven, dan moeten de praktijk van orde en de praktijk van bouwen beide innoveren. Het is een van de interessantste en kansrijkste uitdagingen voor de komende jaren.
Een nieuwe Nederlandse ontwerpbenadering
De Redesigning Deltas-studie leidde tot een designtank van ingenieurs, stedenbouwers en landschapsarchitecten. Hun bevindingen vingen ze in een zesdelig manifest, dat de leidraad vormt voor een nieuwe Nederlandse ontwerpbenadering van overstromingsrisicobeheer,
- We blijven, we nemen verantwoordelijkheid, we kunnen veranderen
Er is een staat van verlamming, twijfels over wie, wat, hoe en wanneer verantwoordelijk. We moeten stelling en verantwoordelijkheid nemen, bestaande manieren van werken en beslissen loslaten. - We moeten meer weten
Er is veel sectorale kennis en ervaring, maar geen integratie en evaluatie. Naast het voorspellen van de toekomst, moeten we onderzoeken hoe andere, geïntegreerde benaderingswijzen bijdragen aan een duurzame, veilige delta. - We durven moeilijke beslissingen te nemen
We laten de vertrouwde werkwijze – geënt op langjarig onderzoek en het verlagen van de overstromingskans – los. Dat vereist dat we ontwerpen met onzekerheden en oog voor alle toekomstige consequenties. - We benutten de deltaparadox: regulering binnen de dynamiek
Vanuit de logica van het bodemwatersysteem – rekening houdend met morfologische, sociale en economische verschillen – kunnen we preciezer ontwerpen, met beslissingen op maat. - We ontwerpen de delta bottom-up
Het natuurlijke systeem (ecologisch, bodem en water) vormt het uitgangspunt van het deltaontwerp. - We beginnen het ontwerp met de doorsnede
Het interdisciplinaire deltaontwerp komt tot stand door schalen en disciplines te verbinden, vanaf de doorsnede tot de internationale situatie van de Europese delta.
De teams van de Redesigning Deltas-studie werkten vanuit verschillende disciplines samen: Defacto, Vista en Arcadis (Limburg); Fabrications, Bosch Slabbers en Tauw (Rivier corridor, Waal); Urbanisten, Lola en Royal Haskoning DHV (RTM Port); Zus, Flux en Sweco (RTM Polder); Studio Hartzema, Feddes-Olthof en Witteveen & Bos (Zeeland).